Verzameling van bruilofts-versjes(ca. 1838)– Hagen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] [Toen 't eerste paar zich zaamverbond] Wijze: Femmes, voulez-vous éprouver. Toen 't eerste paar zich zaamverbond, In Edens bloemenhof besloten, Klonk nog geen feestbokaal in 't rond; Want ziet! het had geen dischgenooten. Dan, 't pluimgediert zweeg echter niet, En kwam dien echt met lof bekroonen; Ja 't kweelde een treffend bruilofslied, Om 't juichend paar zijn vreugd te toonen. bis. 't Veld was de groene bruiloftsdisch, Waarop geen kok zijn kunst deed pralen; Men vond aldaar gebraad noch visch, Maar 't lekker ooft uit bosch en dalen: Klaar water vloeide in plaats van wijn; Doch liefde mogt het feest bekroonen: En kan met weinig vrolijk zijn, Als liefde en vreugd het hart bewonen. bis. [pagina 4] [p. 4] Lof zij nogtans deez' later' tijd; Nu wij den disch met smaak zien sieren! Men is wel eens zoo sterk verblijd, Als groot gezelschap feest mag vieren. Mogt Adam vrij zijn bruigomschap Met teugjes water wild bekroonen; Wij houden 't met het druivensap, Om 't huwend paar meer vreugd te toonen. bis. U dan, die heden zijt gepaard, U willen, wij ter eere klinken; Wordt niet uw wijn door ons gespaard, Het is om op uw heil te drinken. Doet liefde u reeds gelukkig zijn, Ook vriendschap moge uw hart bewonen! Wij brengen u deez' beker wijn, Om onze vriendschap u te toonen. Vorige Volgende