Verzamelde gedichten(1943)–Blanka Gyselen– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Door roode vuur (1936) De dag mijner stad [Mijn stille stad, hoe vroom zij wordt herboren] [Dit is het zwaartepunt der dagen maat] [In avondzegen zaait het zongelaat] Bange nachten [Nog hangt om hooge, grauwe gasthuismuren] [Gij grijze pijn, die altijd bij mij zijt] [Die sluipend kruipt in mijn doorhuiverd merg] Opdrachten [Hoe heb ik steeds u algeheel verkregen] [Wat glanst gij thans als een kommuniekant] [Aan mijn zuster, bij haar begrafenis] [Door Gods verscheurend-roode liefdeschicht] Door roode vuur [Geliefde, zullen poovre woorden pogen] [Lang heeft mijn hart zijn vreemde spel gespeeld] [Gelijk de jonge knaap naast vader ging] [Ik heb van droom het broze beeld bewaard] [Al dolen wij door dollen drift-cicloon] [Vermoedden wij wat onze handen zijn] [Bewaren wij in ons vermoeid gemoed] [Laat nog uw adem talmen langs mijn wangen] [Ik zag zoo vaak het najaarvuur ontbranden] [Mijn Lief, wat zoudt ge méér nog mogen vragen] Het laatste vers [Hoe deze grill'ge nimf zoo willig ging] Heimwee, asch der branden (1940) [Mijn zwoel-gezoende mond: die rijpe druiventros] [Zoo mocht gij steeds mij algeheel ontvangen] [En thans, gij kent mij niet, zooals ik, goede broedster] [Hoe schoon dees' avond loomt aan kleuren en aromen...] [Hoe thans geluiden aan de ruiten ranken] [Als heimwee schrijnen zal tot hijgend zwijgen] [Als leekend reeds de melk op mijn geronde borsten] bij 't lezen van een brief... [‘Seule je suis’] De eeuwige Eva (1938) De jonge baadster De bakvischjes De deerne Het eerste bal De kloosterzuster De trotsche schoone De verloofde Het witte bruidje Het jonge vrouwtje De zwakzinnige De oude juffrouw Zwangere vrouw Zoogende moeder De oude vrouw