De regen stroomt naar beneden en valt overal op en om hen heen. De takken bieden geen bescherming meer. Het regen-water sijpelt tussen alles door.
Ramon kijkt ernaar met vrolijk schitterende ogen.
‘Hé, Rinaldo, ik heb een goed idee. We zijn nu toch al nat, dus kunnen we net zo goed in de regen blijven spelen.’
Hij zakt uit de boom en springt van de laagste tak overmoedig neer. Lachend valt hij op de grond. Hij keert zich om en tilt zijn gezicht naar de regen. Hij doet moeite zijn ogen open te houden, maar zijn oogleden blijven knipperen tegen de regen. De regen stroomt langs zijn wangen omlaag. Hij likt een paar druppels op met zijn tong. Zijn kleren worden helemaal doorweekt.
Hij kijkt Ramon uitdagend aan.
‘Hah,’ zegt Rinaldo, ‘wat jij kan, dat kan ik ook.’
Rinaldo springt van een hogere tak uit de boom naar beneden. Hij lacht triomferend als hij neerkomt, stevig en vast op zijn benen.
Ramon kijkt hem bewonderend aan. Zijn hand komt omhoog voor een gemoedelijke ‘high-five’. Hun twee hand-palmen kletsen vriend-schappelijk tegen elkaar.
Zij rennen door de regen en dwars door elke plas.
Het wordt een modderig gespat. Van kop tot teen zijn ze vuil en door en door nat. Zij hebben het niet warm