| |
| |
| |
[Anja]
Anja drukt haar handen tegen haar ogen. Ze is zo moe van het denken.
Ze kijkt naar de licht-gevende wijzers van het klokje op de tafel naast haar bed.
Het is al bijna elf uur.
Op dagen dat ze school heeft, is ze meestal om acht uur 's avonds reeds in prinsessen-dromen-land. Maar vanavond kan ze maar niet in slaap vallen.
Ze heeft nog geen oplossing kunnen vinden voor dat wat haar bezighoudt.
Wat kunnen de dingen soms moeilijk zijn. Ze zucht.
Anja sluit haar ogen en dwingt zichzelf om heel stil te liggen. Ze denkt aan warme zonneschijn in een tuin vol bloemen en mooie vlinders.
Eindelijk soest ze weg.
| |
| |
| |
| |
Tijdens de pauze op school vraagt Anja aan de juf als ze even in het grote woordenboek mag kijken.
De juf vraagt glimlachend welk moeilijk woord ze wil opzoeken.
Het gezicht van Anja wordt rood. Ze bijt op haar onderlip en schudt haar hoofd. Haar grote blauwe ogen kijken de juf strak aan.
De juf krijgt een frons tussen haar wenkbrauwen. Ze wrijft er even over met haar wijsvinger. Dan staat ze op en pakt het grote woordenboek uit de kast en legt het op haar buro. Even raken haar vingers de schouder van Anja.
‘Ik moet nog naar kantoor. Veeg het bord voor me schoon als je klaar bent,’ zegt ze de juf en loopt de klas uit.
| |
| |
| |
| |
Anja kijkt nog gauw even om zich heen. Gelukkig, alle kinderen zijn buiten. Ze maakt het dikke boek open en zoekt. Haar vinger glijdt over de pagina en staat dan stil.
Anja leest. Ze zucht.
Ze pakt een opgevouwen kladblaadje en een kort potlood uit haar zak. Ze schrijft. Gauw bladert ze door naar een andere pagina. Ze zoekt, leest en bijt op haar potlood.
Anja zucht weer.
Het getik-tak van de hakken van de juf klinkt op de gang. Gauw doet Anja het boek dicht.
Als de juf binnenkomt, is het bord schoon en staat Anja buiten tussen de andere kinderen haar broodje te eten.
| |
| |
Anja wil gillen!
Haar zusje Lisa is weer eens in zo een vervelende bui. Wat een pestkop en klikspaan! En daarbij nog dat gedwing en gezeur.
Anja weet dat zij zelf ook niet altijd de liefste is. Ze weet best wel hoe ze Lisa stiekem terug kan pesten.
Mama wordt nu echt boos. Ze krijgen beiden straf.
Anja voelt hoe het bloed naar haar hoofd stijgt. Een branderig gevoel prikt achter haar ogen. Haar handen schieten omhoog in verontwaardigd protest.
‘Waarom krijg ik straf? Lisa is toch begonnen?’
‘Ja,’ zegt mama, ‘maar Lisa is nog klein. Ze is pas vijf. Jij bent acht.’
| |
| |
‘Maar dat is toch niet eerlijk, mama! De rest van me leven gaat zij kleiner zijn. Het kan niet dat ik altijd daarvoor word gestraft.’
Anja stampt boos naar de kamer.
Lisa, met haar armen over elkaar gekruist, stampt snikkend achter haar aan.
Lisa ligt op bed. Ze piept met betraande bruine ogen vanonder het kussen dat ze over haar hoofd heeft gedrukt.
‘Anja?’
Maar Anja kijkt niet op van haar kleurboek. Ze is nog steeds boos.
‘Praat niet met me. Je bent een pest zusje.’
‘Echt niet!’
‘Echt wel!’
| |
| |
‘Maar jij hebt me ook geknepen. Kijk hoe rood het is.’ Met een beteuterd snoetje laat Lisa haar arm zien.
Anja kijkt. Het is wel erg rood. Ze zucht.
‘Zal ik een beetje lotion voor je smeren?’
Lisa knikt met een zielig gezicht van ja. Ze stoot het kussen van zich af.
‘Mag ik samen met je kleuren?’
| |
| |
Om vijf uur horen de meisjes het vrolijk getoeter van de auto van Reggie. Reggie is de vriend van mama. Hij woont nu al een tijdje bij hen.
Eigenlijk is Reggie niet zijn echte naam. Mama noemt hem zo, omdat hij van reggae muziek houdt. Zij hebben elkaar ontmoet tijdens een UB40 show. Reggie heeft alle UB40 cd's. Vooral op zondag draait hij de muziek heel hard en dansen ze allemaal met veel gelach en allerlei gekke bewegingen op de maat.
Hij heeft mama met haar jaardag een ring gegeven.
Mama en Reggie gaan trouwen.
Mama heeft verteld dat ze samen een baby krijgen. Mama hoopt dat het een broertje wordt. Reggie zegt dat het voor hem
| |
| |
niets uitmaakt. Hij vindt alles goed. Hij is gewoon heel blij.
Anja is een beetje in de war. Ze weet niet zo goed wat ze ervan moet denken. Lisa gelooft er niks van.
‘Echt niet, hoor mama! Je buik is niet eens dik.’ Ze had aan mama's buik gevoeld en gedrukt en er zo om gelachen dat je alle vijf kuiltjes in haar wangen zag dansen.
Reggie is heel lief. Maar hij is soms ook streng. Vooral wanneer Lisa stout is of zit te dwingen.
Hij maakt zijn ogen dan groot en wijd open, zijn wenkbrauwen gaan vreemd omhoog en hij kijkt haar strak aan. Hij kijkt net als de grote enge hond van de buurman.
Lisa kan daar niet tegenop. Ze stopt dan meestal wel met zeuren. Soms zegt ze lelijke
| |
| |
dingen tegen hem. ‘Ik vind je niet lief. Ga weg. Ga naar je eigen huis.’
‘Je hoeft me echt niet lief te vinden. Ik vind jou ook niet lief, jo kleine dwing-aap. Maar weet je...,’ hij kijkt dan om zich heen alsof niemand het mag horen en fluistert: ‘Toch hou ik van je!’
Lisa vecht vaak met Reggie. Als ze lastig doet of kleinzerig is, noemt Reggie haar ‘Sjuul.’
Je weet toch, een afkorting van bobosjuul!
Maar ze houdt echt veel van hem. Dat weet iedereen.
Reggie heeft Lisa leren fietsen. Nu vindt ze zichzelf zooooo tof.
| |
| |
Hah! Weet je hoelang ik al kan fietsen? ...denkt Anja terwijl ze vanuit het raam naar haar zusje kijkt.
| |
| |
Lisa wil altijd bij Reggie op de grote bank zitten. En soms kruipt ze in de nacht uit haar bed en gaat ze tussen Reggie en mama in bed liggen. Vaak eet ze niet, totdat hij thuis is en ze samen met hem kan eten. Ze helpt hem het gras maaien en op het erf werken. Als er iets met zijn auto of de grasmachine is, kan ze wel de hele dag buiten samen met hem bezig zijn om het in orde in te maken.
Als ze zo bezig zijn, staan Anja en Mama vaak vanuit het keukenraam naar ze te kijken. Ze moeten er altijd weer om lachen. Lisa loopt dan zoals Reggie loopt, staat zoals Reggie staat en praat zoals Reggie praat.
Lisa zegt dat als zij later groot is, zij zelf ook met Reggie gaat trouwen.
Als Lisa en Anja samen met mama boodschappen gaan halen, rent Lisa als
| |
| |
eerste naar de drankjeskast om een blikje Parbobier voor Reggie te pakken en in de mand te zetten. En als hij 's avonds zijn biertje drinkt wil ze altijd een slokje van hem stelen.
Anja vindt het gezellig en prettig met Reggie in huis. Ze is niet zo ondernemend of een haantje-de-voorste als Lisa.
Anja is een huismusje. Ze houdt van alleen bezig zijn met haar tekeningen en poppen, of met sprookjesverhaaltjes en boeken. Zij blijft graag met mama thuis.
Voordat mama Reggie had leren kennen, was mama vaak verdrietig. Gelukkig is Reggie vrolijk en doen ze samen steeds leuke dingen. Hij houdt van koken. Anja en Lisa mogen hem altijd helpen. Hij helpt Anja met haar huiswerk en leest iedere avond een verhaaltje voor.
| |
| |
Vaak vertelt hij verhaaltjes over dingen van toen hij zelf klein was. Dat vindt Anja leuk. Vooral de verhaaltjes over zijn broertje en zusje en de ondeugende streken en grapjes die ze hebben uitgehaald.
Hij vertelt ook over zijn vader en moeder en hoe hard ze allemaal hebben gewerkt op de boerderij hier in Suriname. En hoe hij later samen met zijn broertje en zusje in Amerika heeft gewoond en gestudeerd.
Reggie kan goed Engels praten. Anja vindt het leuk als hij haar Engelse woordjes leert en Engels met haar praat,
Ja, Reggie is lief.
Maar, hoe moet dat als hij met mama gaat trouwen? Hoe moeten ze hem dan noemen? Straks wordt hij ook een vader. Een papa.
| |
| |
Anja heeft toch haar eigen vader? Al zijn hij en mama nu al een tijdje gescheiden.
Hoe moet dat met Reggie?
Anja zucht. Ze vindt het moeilijk en verwarrend.
Ze moet een oplossing vinden.
Anja houdt van haar vader. Maar ze wil niet bij hem wonen. Ze is een beetje bang voor hem.
Hij is meestal wel lief voor Anja en Lisa. Soms gaan ze voor een weekendje bij hem logeren. Hij brengt ze uit naar McDonald's en koopt lekkers en speelgoed voor ze.
Maar hij heeft niet veel tijd voor Anja en Lisa. Hij woont in een groot huis. Hij heeft een andere vrouw en een kleine baby met donker haar. Anja en Lisa noemen de vrouw tante.
| |
| |
Anja vindt het leuk om met de baby te spelen. De baby is ook een zusje, al is ze van een andere moeder.
Haar vader speelt niet met haar en Lisa, zoals Reggie dat doet. Hij ligt ook niet gezellig met ze op bed om een verhaaltje te vertellen. Hij heeft het druk met zijn werk en zijn grote huis, zijn nieuwe vrouw en zijn baby.
Voor mama is hij niet lief. Hij schreeuwt tegen haar. Toen ze nog samen in een huis woonden, had hij mama vaak pijn gedaan. De laatste keer was er veel bloed uit mama d'r hoofd gekomen. Anja was vreselijk bang geweest. Zij en Lisa hadden geschreeuwd en heel erg hard gehuild.
Anja was stilletjes naar de kamer gerend en had opa gebeld. Toen was opa gekomen. Hij had mama opgetild en haar naar het
| |
| |
ziekenhuis gebracht. En oma had Anja en Lisa meegenomen naar haar huis. Anja was toen nog maar net zes jaar oud.
Nu wonen ze met mama in een eigen klein huisje. Reggie zegt dat hij een groter huis gaat bouwen.
Anja is blij. Dan krijgt zij een eigen kamer. Dat heeft Reggie haar beloofd. Ze hoeft dan niet meer met Lisa te delen.
Lisa is soms lastig en Anja houdt er niet van als Lisa aan haar spulletjes gaat. Want Lisa is nogal slordig en Anja houdt er juist van als haar spulletjes en kleren netjes geregeld zijn.
Ze weet nog heel goed hoe haar vader soms boos kon worden, als niet alles in huis netjes was.
| |
| |
Eens, toen Reggie pas bij hen was komen wonen, hadden hij en mama ruzie gehad. Reggie had een beetje hard en nogal boos gesproken. Anja begon te beven en was samen met Lisa naar de kamer gerend en onder haar deken gekropen.
Mama en Reggie waren toen ook naar de kamer gekomen.
‘Hey, lieve prinsesjes van ons. Wat gebeurt er nou?’ Reggie had zachtjes de deken opgetild en weggeschoven.
‘Jullie hoeven helemaal niet bang te zijn, hoor. Mama en ik zullen soms ruzie maken. Dat is gewoon. Het hoort erbij. Net als hoe jullie soms ook ruzie met elkaar maken. Maar ik beloof jullie één ding met heel mijn hart. Ik zal nooit je moeder, of jullie pijn doen. Ik zal nooit een vrouw of een meisje slaan.’
| |
| |
Hij had zo lief met zijn handen gestreeld over hun lange blonde haren en hen allebei een kusje gegeven op hun voorhoofd.
Mama had naast hem gezeten met haar arm om zijn schouder.
‘Meisjes en vrouwen zijn voor mij heel speciaal. Geen enkele man mag ooit een vrouw slaan.’
Toen had Reggie iets gedaan dat Anja nooit zal vergeten. Hij was opgestaan en had het telefoonboek gehaald.
Hij had beide meisjes heel dicht naar zich toegetrokken om samen met hem erin te kijken en had een bladzijde aangewezen, waar het nummer van de politie op staat. Met een stift van Anja had hij een grote rode cirkel eromheen gemaakt.
‘Dit 115 nummer is het alarmnummer van de kinderpolitie. En als welke man dan
| |
| |
ook, al wie het is, ooit je moeder of jullie slaat, bel je direkt de politie. Beloven jullie mij, maar ook je moeder en jullie zelf dat?’
Ze hadden het beloofd. Alle drie. Ja, mama ook.
Reggie had Anja gezegd dat ze het nummer heel groot op een kladstickertje mocht schrijven en naast de telefoon op het buro moest plakken.
Ja, zo is Reggie. Hij kan streng zijn, maar ze hoeven nooit bang voor hem te zijn. Hij is tof. Anja voelt zich altijd extra veilig als hij er is.
| |
| |
| |
| |
Nu gaat hij met mama trouwen en voor altijd een nieuwe vader voor ze zijn. Het maakt Anja heel blij. Maar toch maakt het haar een beetje in de war over hoe het nu moet gaan.
Anja is gisteravond, toen Reggie bij hun lag en een verhaaltje vertelde, tot de oplossing gekomen. Zomaar.
Ze lag naar hem te kijken en naar zijn stem te luisteren en plotseling wist ze het gewoon.
In haar eigen jeugd-woorden-boek thuis en toen in het grote woordenboek op school had ze het woord ‘vader’ opgezocht.
Vader - man die één of meerdere kinderen heeft of verwekt heeft
Biologische of natuurlijke vader - de man die het kind verwekt heeft
Papa - zie vader
| |
| |
De vader van wie ze geboren is kan ze nooit veranderen. Hij blijft altijd haar vader. Hij is de man die haar verwekt heeft.
Maar Reggie, de lieve man die elke dag voor hen zorgt en werkt, de man die voor ze barbecuet en lekkere soep kookt, de man die lief voor ze is als ze ziek zijn of pijn hebben, de man die met ze speelt en gaat kamperen en nieuwe dingen leert, de man die ze met hun schoolwerk helpt, de man die ze straft of een standje geeft als ze stout en ongehoorzaam zijn...deze man is meer dan zomaar een woord.
Hij is hun vaderfiguur - de persoon die als een vader fungeert.
Anja lacht.
‘Moeilijk toch? Maar ik begrijp het nu helemaal.’
| |
| |
Ze fluistert tot de poppen op haar bed. Het lijkt net alsof ze aandachtig zitten te luisteren.
‘Weet je dat de woorden vader, papa, mama, en moeder niet in mijn jeugdwoordenboek voorkomen?’
Anja schudt haar hoofd.
‘Ik denk dat grote mensen het zelf moeilijk vinden om zulke woorden aan kinderen uit te leggen. Begrijpen ze hoe verwarrend het soms is? Misschien moeten kinderen maar zelf over bepaalde woorden schrijven.’
In haar hoofd en hart zijn de gedachten nu heel duidelijk.
Juf heeft vorige week het verschil uitgelegd tussen huis en thuis.
‘Zo zie ik het,’ denkt Anja hardop.
| |
| |
Vader zijn is maar een woord. Het krijgt pas betekenis als je het echt beleeft, als je het diep binnen in je voelt.
Mijn biologische vader is een huis.
Maar bij Reggie ben ik thuis. Bij hem voel ik mij net zo prettig en warm als de deken op mijn bed waar ik zo lekker onder wegkruip.
Reggie is speciaal. Hij verdient een eigen naam, eentje die zegt hoeveel hij voor ons betekent.
‘Daddy’
Dat heb ik hem gisteravond in zijn oor gefluisterd.
Zijn gezicht is helemaal rood geworden en zijn ogen schitterden als twee grote sterren aan de hemel. Zo mooi en bruin en vol met gouden-glitter-glans.
| |
| |
Hij heeft me vastgepakt en stevig omhelsd. Weet je wat hij zei?
‘Dit is de aller-aller-mooiste naam die iemand mij ooit heeft gegeven.’
|
|