oudere - nog niet oude - dame, hen bij den naam te noemen. De oudere dame - er op tegen hebbend dat men tegen haar mevrouw en U zegt waar zij jij en jou zegt, hetgeen haar ineens veel ouder maakt - ziet zich nu gedwongen te zeggen: noem mij dan ook bij den naam - zoodat in deze het initiatief van de jongere is uitgegaan, hetgeen niet behoorlijk is.
Een vaste leeftijdsgrens is hiervoor niet te geven. Eenigszins moet men dit zelf aanvoelen.
Bij zeer groot leeftijdsverschil zegt een oudere vaak: ik mag zeker wel Piet of Marie - of hoe de jongere heet - zeggen? - waarop de ander zich haast te antwoorden: Graag - alstublieft.
Veel spoediger dan vroeger noemen jongelui van beiderlei kunne, elkaar bij den naam. Het voorstel hiertoe dient van het meisje uit te gaan. Het is in strijd met de étiquette wanneer een jong meisje haar werkgever verzoekt haar bij den naam te noemen, daar dit verkeerd zou kunnen worden opgevat. Anders is dit tegenover een werkgeefster.
Tegen kellners, conducteurs, kruiers, hotelportiers, winkelpersoneel e.d. zegge men niet je doch U.