Beschaafde lieden gebaren zoo weinig mogelijk en de gebaren, die zij maken zijn harmonisch.
Een harmonisch gebaar is een soepel vloeiend gebaar in tegenstelling tot een onharmonisch leelijk gebaar dat meestal niet anders is dan een onbeheerscht gebaar b.v.: Opstaan met een ruk, gaan zitten met een plof, iemand begroeten alsof men een aanval op hem doet enz. enz.
Evenmin als een luide schreeuwerige stem bij goede vormen past, evenmin hooren daar bruuske gebaren bij.
Zij, die zich een rustig sober gebaar eigen willen maken kunnen dit verwerven door anderen onopvallend te bestudeeren en zich vervolgens gewapend met een onwelwillenden kritischen zin voor hun spiegel te plaatsen en zich zelf (alweer onwelwillend kritisch!) te bekijken bij loopen, staan, zitten, buigen, knikken enz. enz.
Uiteraard geldt dit meer voor vrouwen dan voor mannen, hoewel de man, die zich in het publiek moet vertoonen verstandig doet behalve zijn te houden voordracht, tafelrede e.d. ook zijn houding en gebaar te repeteeren.