Dag-dienstbodes vallen buiten de wasch. Hebben dus ook geen recht op waschgeld evenmin als chauffeurs, tuinlieden en werksters.
Een meisje alleen weet, dat zij voor al het werk alleen op komt, ook het koken en het buitenwerk indien er geen werkster is. Meestal zal de huisvrouw óf koken óf alleen bedden opmaken en stof afnemen of helpen met vaten wasschen.
Zijn er twee dienstboden dan rust op het keukenmeisje de plicht voor de benedenkamers te zorgen, voor de keuken en de gang, voor de thuiswasch (wollen waschje), de maaltijden, voor het schoenenpoetsen en ontbijtdekken (daar een tweede (dag) meisje veelal pas later komt).
Het tweede meisje zorgt voor de slaapkamers, de badkamer, de buitenboel, ramen lappen, strijken, kousenstoppen, W.C. onderhoud, en zilverpoetsen.
Bestaat het personeel uit twee dienstboden en een huisknechtchauffeur, dan zorgt deze laatste behalve voor den wagen en de garage ook voor het zilverpoetsen, evt. parket wrijven, loopers kloppen, opendoen, tafel dekken en dienen en de telefoon.
Natuurlijk kan de huisvrouw iedere andere verdeeling maken, die zij wenscht, en die voor haar huis nuttig en noodig is.
Kinderjuffrouwen, chauffeurs en werksters deelen niet in de evt. fooien mede.
Dag-tweede meisjes wel. Dag-derde meisjes niet.
Een gestyleerde dienstbode helpt bezoekers bij binnenlaten en uitlaten met jassen, sjaals enz.
Zij brengt nimmer een glas water of een kopje thee binnen zonder dit op een blaadje te plaatsen. Ook brieven, couranten en drukwerken worden op een blaadje binnengebracht.
Een dienstbode komt nimmer met een bonte schort voor binnen of aan de voordeur.
Alvorens de kamer binnen te gaan klopt zij aan.
Dit wordt echter nagelaten bij tafeldienen of bediening bij de namiddagthee.
In een huis met voldoende personeel worden des avonds de bedspreien afgenomen, de bedden schuin opengedekt en het nachtgoed uitgelegd.
(Voor huren, opzeggen, overeenkomsten, vacantieregeling, enz. zie letter P: Personeel. Voor fooien zie letter F: Fooien).