Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17
(2001)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd586C. 1618 december 10. Van het stadsbestuur van Rotterdam.Ga naar voetnoot1Mijnheere, Den advocaet De Bruin en de procureur De Wit, van de voorszegde stucken aengesproocken sijnde, verclaeren uwe Ed. deselve ooverlange weder behandicht te hebben. Daeromme ons vruntlick versouck is pertinentelick te willen aenwijsen waer deselve door uwe Ed. huisvro[uw] souden moogen te vinden weesen, off andersints hem voorder daerop te willen bedencken ende ons mette eersten als doenlick sijnde 'tselve te laten wee- | |
ten, alsoo wij metten heeren van Dordrecht eersdaechs in conferentie sullen moeten coomen ende daeroover de voorszegde stucken hooghnodich sullen van doen hebben. Ende hiermede bevelen wij uwe [Ed.] den Almoogende, ter ordonnantie als boven,
| |
Deesen Xen December. |
|