Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17

242A. 1612 juli 11. Van W. van Beveren.¹

Mijnhere,

Indien uwe Ed. de acte van protestatie jegens d'opdrachte van de goederen van den abt van Postel² niet en hebt gesonden, soe is nodich 'tselve terstont gedaen, want op toecomende Sondach 't laeste gebodt sal gaen, ende partiën sullen haesten d'opdrachte te ontfangen. Het is oock aldaer de maniere dat die naestinge pretendeert, 'tselve drie dagen voer ‹'tselve drie dagen voer›, off drie daghen naer 't laeste gebodt sulcx moet openbaren. Daerom mij dunct, onder correctie, dat beneffens (he)t protest oock de actie van naestinge dient gemoveert ende oversulx twee pijlen opten boghen gestelt: off het een failleerde, dat het ander mach geëmployeert werden.³

Mijnhere, sijt gegroet ende Godt bevolen,

u.L. dienstwillige vrunt,
Willem van Beveren.

1 Hs. Den Haag, ARA, arch. Johan van Oldenbarnevelt, inv. no. 1022 (voorheen no. 2618, c: 1), eigenh. oorspr. Vermoedelijk moet de briefschrijver geïdentificeerd worden als Willem Cornelisz. van Beveren (1556-1631), raad en rentmeester van Zuid-Holland, oud-burgemeester van Dordrecht en gedelegeerde in de Hollandse Staten (NNBW III, kol. 113-114).

2 Het hospitium van Postel, in de omgeving van Tongerlo, viel onder de norbertijnerabdij Floreffe. In 1616 werd Postel een onafhankelijke proosdij, in 1618 werd de proosdij verheven tot abdij. De eerste abt, Rumoldus Colibrant († 1626), werd in 1621 gewijd. Daarvoor had hij als prior en magister (provisor) te Postel gediend (L.H. Cottineau, Répertoire topo-bibliographique des abbayes et prieurés II, kol. 2345-2346; Th. Welvaarts, Geschiedenis der abdij van Postel naar hare eigene archieven, Turnhout, 's-Hertogenbosch 1878; E. Valvekens, ‘Rumoldus Colibrant, eerste abt van Postel (gest. 1626), een figuur uit de Premonstratenzer reformatie’, in: Analecta Praemonstratensia 5 (1929), p. 27-45).

3 ARA, arch. Johan van Oldenbarnevelt, inv. no. 1022, bevat behalve de brief van Van Beveren nog andere documenten betreffende deze rechtskwestie over landgoederen bij het dorp De Werken in het Land van Altena, o.a. een ‘Bewijs des heren Provisoers ende Godtshuys van Postels actie ende recht totte landen gelegen in den Lande van Althena onder den dorpe van Wercken’. Zie voor dit gehucht, ten zuiden van Heusden, A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden XII, p. 266-267.

In Dordt,⁴ den elffden July 1612.

4 Deze lezing van de plaats van verzending is onzeker.

Adres: Aen mijnheere/mijnheere Mr. Huich de Groot, advocaet-fiscael van Hollandt, Hage.

In dorso staat in een onbekende hand: Abdie van Postel.