Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17
(2001)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd178A. 1609 november 3. Aan de Staten van Zeeland.Ga naar voetnoot1Edele, mogende heeren, Naedat ick bij laste van uwe Mogende Edelheyt requeste aen den Hove van Hollant ende Zeelant hadde gepresenteert, is deselve gestelt geweest in handen van de raiden van sijne Excellentie, dewelcken daerop hebbende gerescribeert, is haere rescriptie mij behandight ende deselve bij mij schriftelijck gedebatteert zijnde,Ga naar voetnoot2 zijn bij den Hove gedepescheert twee besloten missiven, de eene aen de raiden van sijne Excellentie ende d'andere aen den bailliu ende gerechte van Vlissingen, met bevel om voor commissarissen van den Hove te compareren, ten fyne als in de requeste, welcke requeste mede inhoudt dat de beschreven sullen hebben te antwoorden op 't versoeck van provisionele ontslaeginge van den waterbailliu: met de clausule om middelertijdt te surcheeren van alle vordere proceduyren jegens den waterbailliu. De missive aen de raiden is alrede behandight. Dye aen den bailliu ende gerechte van Vlissingen werdt nevens dese afgesonden, maer alsoo sijne Excellentie mij heeft verclaert behoudens zijne gerechticheyt alles te willen doen om 't proces jegens uwe Mogende Edelheyt te eviteren, ende dyenvolgende mij bij sijne raiden is aengedyent seeckere naerder resolutie, heb ick ten versoecke van deselven nyet willen naelaeten uwe Mogende Edelheyt de voorszegde resolutie mids desen te doen behandigen om daerop al sulck regard te nemen als uwe Mogende Edelen sullen bevinden te behooren. Ende ingevalle uwe Mogende Edelen daerinne geen contentement en nemen, sal het deselve gelyeven jegens den aenstaende dagh van de comparitie, 'twelck sal zijn op den XVIe Novembris, yemant te lasten om op de propositiën dye bij commissarissen apparentelijck sullen geschyeden te mogen verstaen tot redelijck accoord. Hyermede, edele, mogende heeren, biddende Godt almachtigh dat hij uwe Mogende lang bewaere in voorspoedige regieringe, gebyede mij dyenstelijck aen uwe Mogende Edelen, uwer Edele Mogende onderdaenige dyenaer,
| |
Den IIIe Novembris 1609. | |
Adres: Edele, mogende heeren/mijneheeren de Staeten 's landts van Zeelant. |