Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 15

6790. 1644 maart 29. Aan [S.] Gyllenstierna.¹

Vir illustris,

Literas Illustritatis vestrae et eloquenter et prudenter scriptas accepi pariterque doleo, cum iam prope esse pax speraretur, novos motus exsurgere, nam et Ragotskius cum magno exercitu in Hungariam irrupit.² De Danica controversia, quae nunc per omnem terrarum orbem magnam dat sermonibus materiam, ideo ex Suedia nihil accepi,³ quia et bis a Danis intercepti sunt literarum ex Suedia fasciculi, neque ex eo aut terra aut mari certa via mittendi literas constitui potuit. Aliunde tamen accepi undecim causas, quas Illustritati vestrae mitto. Inter has praecipue mihi videntur laesa foedera in facto Orisundae et arcanae conspirationes cum Polono et Moscovita.⁴ Certe quin regina Suediae, satis occupata bello Germanico, haec insuper arma non nisi summa necessitate compulsa susceperit, dubitari non debet.

Legati Galli incipiunt se movere ad paci cudendae destinatum locum,⁵ quo si venerint, etiam illustrissimus dominus baro Joannes Oxenstierna se transferet Osnabrugum.⁶

Illustritati vestrae pro benignissimo in me affectu gratias ago ac spondeo vicissim quaecumque a me proficisci poterunt,

Illustritati vestrae addictissimus,
H. Grotius.

1 Gedrukt Epist., p. 724 no. 1655. Antw. op een niet overgeleverde brief. Sigismund (Zygmunt) Gyllenstierna (Guldenstern), hoofdeling te Sztum (ten zuiden van Malbork), telg uit een Zweedse familie in dienst van Sigismund III, koning van Polen en Zweden († 1632). In deze tijd belastte hij zich met de voorbereiding van de lutherse bijdrage aan het godsdienstgesprek te Toruń (SBL XVII, p. 589-597, en Jobert, De Luther à Mohila, p. 392).

2 De strijd van de Zevenburgse vorst György I Rákóczi aan de Hongaarse grens.

3 Het conflict tussen de Zweedse en Deense kronen. In afwachting van een Zweeds Manifest was Grotius zelf alvast begonnen met het verzamelen van documenten voor een openbare verklaring. Op 12 maart had hij de 11 argumenten aangetroffen in het pamflet ‘Seeckere poincten waer op gefondeert is d'oorlogh der Sweeden tegen de Deenen’ (no. 6756).

4 Begin december 1643 hadden leden van de Franse regering Grotius al gewaarschuwd voor een door de Habsburgers ingegeven plan om tsaar Michael Fedorovitsj, koning Wladislas IV en koning Christiaan IV van Denemarken te interesseren voor een krijg tegen Zweden; zie no. 6649.

5 De reis van de Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien naar Munster.

6 Een dezer dagen zou de Zweedse gevolmachtigde Johan Oxenstierna zich in Osnabrück bij zijn collega Johan Adler Salvius voegen.

Lutetiae, 29 Martii 1644.

Adres (volgens de uitgave der Epist.): D. Guldensternio.