Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13
(1990)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5945. 1642 november 8. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Tusschen Hollant ende Zeelant schijnt wel dat iet goeds tot het gemeene beste van dien | |
staet zoude connen werden gehandelt.Ga naar voetnoot2 Maer alzoo mij dunct dat het daer begint te gaen als eertijds te Rome, nulla reipublicae ut alienae cura,Ga naar voetnoot3 zoo en zie ick niet wat daerop anders is te zeggen quam desperatis non adhibendam medicinam.Ga naar voetnoot4 't Aencomen van de vloot van Terre Ferme in Spaegnie zal het credyt van den coning van Spaegnie niet weinigh stercken ende 't wechzenden van den bisschop van Lamego uit RomeGa naar voetnoot5 niet weinigh crencken de reputatie van den coning van Portugael, die niet en doet dat verhaelenswaerd is, ma(er ge)niet wat rust door het gewoel op andere plaetzen. 8 November 1642. | |
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 8 Dec. [sic ] 1642 uyt Paris. |
|