Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13

5802. 1642 juli 22. Aan C.M. von Degenfeld.¹

Monsieur,

J'ay receu celle de vostre Illustrité du sixiesme de ce mois² et suis mar[r]y de deux choses, premierement de ce que je voy que vostre Illustrité demeure si longtemps sans aucun employ digne de ses qualitez,³ et aprèz, de ce que je n'ay pas le moyen de la servir prèz monsieur l'ambassadeur de la Serenissime Republique, avecq lequel je n'ay point de cognoissance.⁴ J'employeray fort volontiers monsieur Polhem⁵ pour cet affaire, quand il sera icy, ce que sera en peu de jours, mais quoiqu'on face, mon opinion est que tout ne servira de rien, si seulement

1 Kladafschrift in copieboek Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 3, p. 32.

2 Ontbreekt; mogelijk is de brief van 6 juli een antwoord op no. 5655.

3 Christoph Martin, vrijheer van Degenfeld, de vroegere legercommandant van Grotius' oudste zoon Cornelis, had na wrijvingen met Richelieu zijn aanstelling in het Franse leger opgegeven.

4 Girolamo Giustiniani (1611-1655) was van 1636 tot 1641 ambassadeur van Venetië in de Republiek. Op 14 mei 1641 had hij zijn eerste audiëntie aan het Franse hof. Tijdens zijn ambtsperiode in Frankrijk (1641-1644) was Giustiniani slechts sporadisch in Parijs aanwezig (Schutte, Repertorium II, p. 679, en Relazioni degli Stati Europei, Serie II, Francia II, Venetië 1859, p. 363-388).

5 Winand von Polhelm, resident van de landgravin van Hessen-Kassel te Parijs.

[p. 334]

l'ambassadeur de France⁶ qui est à Venise tesmoinge qu'icy on n'est pas bien satisfaict de vostre Illustrité. Et il faut considerer que monsieur le cardinal gouverne plus absolument que jamais, quoiqu'il se tienne à Tarasconne, ayant le cardinal de Mazarini, messieurs de Chavigny et Noyers⁷ en sa place auprèz du roy.

Je souhaitterais tousjours le contentement de vostre Illustrité, comme aussi ma femme, fils et fille, qui font leurs recommendations tres humbles à vostre Illustrité et à madame la baronne.

Je demeure, monsieur,

de vostre Illustrité,
le tres humble serviteur.

6 Frankrijk had sinds kort weer een ambassadeur in Venetië. Volgens een mededeling in de Gazette 1642, no. 59, dd. 3 mei 1642, was de Normandische edelman Des Hameaux de gegadigde voor deze diplomatieke post.

7 Kardinaal Jules Mazarin en de staatssecretarissen Léon le Bouthillier, graaf van Chavigny, en François Sublet, seigneur de Noyers. In zijn laatste levensmaanden overlaadde Richelieu deze getrouwen met ‘mémoires’ en andere instructies (Lettres Richelieu VII, p. 3-181).

Le 22 de Juillet.

Bovenaan de copie staat: Monsieur le baron de Degenfelt.