Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermdBijlage no. 19 Bij no. 4879
| |
ofte tenminsten aen haeren gouverneur tot CalcarGa naar voetnoot3 schrijvende daerover claegen werden. In 't stift van Ceulen spreeckt men van volck aen te nemen, de huysluyden te waepenen ende op alle passagiën te leggen. Over Bremen sal men apparentlijck voor de receptie van desen vernoomen hebben, hoe PicolominiGa naar voetnoot4 door sijne diligente marche den generael BannierGa naar voetnoot5 tot Hoexster geprevenieerd ende deselve stadt, naerdat hij twee vergeeffse stormen daerop gedaen ende daer 700 mannen ende twee overstluytenants verlooren met accort verovert, maer niet geholden hebbende, die daer binnen sich moeten onder stellen. Nu was hij doende om sijn volck te sien over de Weser te brengen; hetwelck swaerlijck bij dese coniuncture, daer de generael Bannier met sijne armee op d'ander zijde van de riviere ligt ende op alle advenuen sich verschantst, sal int werck te rechten sijn; indien hem sulcx failliert, sal sijne armee van gebreck van vivres te lijden hebben. Uyt Regensporch schrijft men van den derden deses, dat men noch den eersten point onder handen hadde ende wierd dat werck soo ernstelijck gedreven ende alle middelen daertoe dienende soo nau overwoogen, dat de gansche werelt sal erkennen moeten dat d'keyserlijcke May.t ende de standen des rijcx onschuldich zijn, dat geen vreede gemaect wert. Aen den hertoch van LunenborchGa naar voetnoot6 ende aende de stadt van Straesburg, soo die sijn uytgeslooten geweest, sal men nu oock paspoorten geeven. De gesanten van Dennem.Ga naar voetnoot7 gaen niet mede te raede, dewijle sij wat dispute met den anderen vanwegen de sessie hebben. | |
Boven aan schreef Grotius: Rec. 24 Oct. |
|