Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4428. 1639 december 15. Van P. PelsGa naar voetnoot4.Mijnheer, UEx.cie hebbe vor 14 daegen lest geschrevenGa naar voetnoot5.
| |
vreese vor een ongeluckigh eynde. Anders meynt men dat sijne may.tt in februario personelijck in Dansick kommen sall. De brieven uyt Sweden op den rijxdagh gesonden, niet anders inhaudende als over den Lijfflandsen invall met scherpe clachten over den churvorst van Brandeburgh, sijn te spaede gekommen en sooveel sijne may.tt belanget en sijn die nogh niet beantwordt. Dit is all wat in den houck van dese werelt passeert, behalven dat men der Turcken invall is vreesende. Hiermede eyndende blijve, mijnheer, uEx.cie dw. diener
| |
15 Xcemb'. 1639 Dansick. | |
Adres: A monsieur Monsieur Hugo de Groot, amb.r ord.rie de sa may.té e couronne de Swede à Paris. Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 25 Ian. En in dorso: 15 Dec. 1640 (sic) Pels. En verder tweemaal: 25. |
|