Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4086. 1639 april 28. Van P. PelsGa naar voetnoot11.Mijnheer, U Ex.cie hebbe ick over 14 daegen lest geschrevenGa naar voetnoot12. Daer en is sedert niet | |
ander(s) gepasseert als dat den coning van DennemarckenGa naar voetnoot1 an dese stadt geschreven alle schepen te waerschauwen dor de Beelt niet te zeylen daeruyt te besleuy(ten) de exhorbitanciën in de Sondt niet licht te sullen quitteren verdoovende en mortificerende daermede het recht van dese stadt tegens den coning, te meer tot noghtoeniet en hindert de inneminge van den toll in der Pilauw, daer de SpiringenGa naar voetnoot2 possederen en denselven exerceren hebbende alr(ede) over de 52 schepen en scheuyten vertolt die meest naer Pommeren ga(en) met graenen, niettegenstaende int vorstendom Preuyssen, ooc in Denemarcken, soo ick bericht worde, verboden is geene victualiën daer te brengen, 'twelck mij doet gelooven dat warck aldaer bij dese gelegentheyt soo nauw dor Dennemarcken niet en sall gesocht worden, te meer alsoo den generall ArnemGa naar voetnoot3 met 2 Densche orloghschepen hier geconvoyeert sijnde subitto naer Oostenrijck is vertrocken met concepten van vredenstractaeten ome daernaer te voeren de armeën, soo men segt, van sijne may.tt van Dennemarcken ome Pommeren nolens volens de Sweden aff te grensen bijaldien se daervan niet affstaen willen. De differencie tuschen sijne may.tt van PolenGa naar voetnoot4 met dese stadt is sonder veranderinge. Den rijxdagh in Polen is op den 25. en niet op 15. uytgeschreven. Ick vreese, bijaldien vor dien rijxdagh de saacken niet geaccomodeert werden, daer schadelijcke resoluciën sullen genommen worden, doordien ick veele Polen hoore seggen, dattet beuyten exempell is, dat eene onderdanige stadt het gants coninckrijck saude onder contribucie hauden, daermede sij den toelage meynen, die de quaetgevoelenden willen deuyden al ofte de stadt van de croon nam, hetgene sij de croon hoorde te geven. Met penningen is sulckx te accomodeeren, insunderheyt bij dese occasie, dat het hoff arm is sonder middelen en sonder assistencie van de imperiale armeën. De stenden van Preuyssen clagen over den toll en die van Littauwen sullen volgen en van dese stagien hoorden de ambassadeursGa naar voetnoot5 tot interposicie staet te maacken. Naerdat den kayserlijcken agent van hier naer Weenen vertrocken, is van Weenen eenen naer sijn may.tt van Polen affgesondenGa naar voetnoot6 en in der Wilde aenkommen, daerop den churvorstelijcken agent OverbeckGa naar voetnoot7 naer sijnen principaelen ooc vertrocken is, men segt in matterie van toll, maer ick geloove ooc ome andere intelligenciën, daer de Sweden interest bij lijden. Ick lette op alle haere acciën gelijck ick aen H.H.M. daervan advisere en sijn Ex.cie de heer rijxcantzelierGa naar voetnoot8 niet onbericht laete, gelijck hij mij dan continuelijck laet weeten, dat ick daerinne saude willen continueren. Indien het in eenige brieven saude konnen à propos kommen, saude mij aengenaem sijn, dat u Ex.cie mijne advisen ooc aengenaem sijn ome daerdor de affeccie sooveel meer te obligeren. De Spiringen hebben mij bij sijne may.tt van Polen leelijck uytgegeten, daer- | |
van mij confidentelijck in substancie de brieven getoont sijn, alsoo ick alle 2 maenden ongeveer in particuliere dingen schrijve an den veltheer ConitspolskiGa naar voetnoot1 die mij well lijden magh. Soo sall ick ooc eens moeten eene apologie laeten uytgaen en daer well in doceren, dat het maximen van de Sweden in vijantschap tegens Polen geweest is, de croon Polen dor den toll te verarmen met anwijsinge dor den affslagh in den graenen en dat 20 jaer gedurende over de 70 millioenen wijniger gaut gelt en silver in de croon gekommen, haer graenen sooveel better coop moeten geven en wat se daertegens coopen sooveel durder moeten betalen, ja dat den roep alleen van den toll te nemen 2 jaeren herwaerder de graenen 20 per cento heft doen vallen, 'twelck 3 à 4 millioenen gulden bedragt. Indien se dan sijne may.tt van Polen soo getrauw als de Sweden soucken te dienen, soo moesten se sien, ofter in Sweden niet eene Pilauw en is ome den rijckdom uyt Sweden in Polen te tollen, maer sulckx in Polen selve te doen is de cancer int gesonde lichaem gebracht. Sulckx sall ick eens tot mijn revenge haer ter eeren an den veltheer als principael senattor met levendige exempelen tot mijnder onschult moeten schrijven. Ick recommandere mij in u Ex.ce gracie en blijve, mijnheer, u Ex.cie diener
| |
Dansick 18/28 aprill 1639 Dansick. | |
Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 31 Maij. En in dorso: 28 April 1639 Pels. |
|