Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 7
(1969)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2854. 1636 november 26. Van N. van ReigersberchGa naar voetnoot5.De heer van ZuilichemGa naar voetnoot6, geheimschrijver des princen van OranjeGa naar voetnoot7 is bij mij geweest zeggende daartoe te zijn gelast. Dat zijn Excellentie op mij begeerde, dat ik uEd. zouw afvragen, of gij wel zooveel moeite voor den prins zoud willen nemen en | |
examineren eenige testamenten van prins PhilipsGa naar voetnoot1 en prins MauritsGa naar voetnoot2, en op een quaeritur daaruit geproponeert op de questi; - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Te stellen niet alleen uEd. advys, maar ook van anderen, die uEd. houd voor de fameusten aldaar, hun oordeel en advys te nemen; en voorts van alle de goederen, die bij successie aan mijnheer den prins zijn gekomen, waarvan eenigen met fidei commis zijn bezwaart, te consulteren, wat vrije dispositie mijnheer de prins daarover zoude hebben, waarvan alleen uw advys zonder andere zoude begeren. Bijaldien uEd. deze vrindschap zoud willen doen, zou men dan de testamenten en de nodige stukken daartoe zenden. Ik heb geantwoord op deze ouverture, daar zijn Excellentie mij zelf nader van spreken zal, zoo goede kennisse te hebben van uEd. genegentheit om zijn Excellentie te dienen, dat niet nodig was eenig antwoord te verbeiden, maar dat men van nu af de stukken daartoe nodig wel reed mochte maken om uEd. toe te zenden, alzoo ik weet, dat uEd. zoekt zijn Excellentie in alles te dienen. Ik zal evenwel garen uw antwoord bekomen om dat, daar het behoort, bekent te maken. De zaak is zoo niet gepresseert, of uEd. zal tijdt mogen nemen, de stukken hebbende, die met gemak te examineren. Want zij weten uEd. andere bezigheden hebt. Hoe Oranje aan het huis van Nassauw is gekomen, verhandelt ThuanusGa naar voetnoot3. De magt om dat te bezwaren of niet zal mijns oordeels veel lopen op de fundamenten in 't boek de Jure Belli & PacisGa naar voetnoot4 geleidt, an principes habeant in patrimonio plenum jusGa naar voetnoot5; met de stukken zal een kort quaeritur gezonden worden. Zoo uEd. ergens in meerder ligt nodig mogt hebben dan uit hetgene men zend is te vinden, zal daarna zorgen, dat uEd. het ook mag krijgen. Mihi commendata est silentii fides. |
|