Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Schult-bekenning aen mijn Vriendt N.N. over het al te langh houden van drie Boecken, die sijn E. my geleent hadde. 'TIs waer'lijck wel geseydt, 't is al geen Gout dat Gout,, schijnt, Die veel van wel-doen spreeckt raeckt licht van 't quaedt verdacht, Had ick my selven hier sorghvuldigh voor gewacht, Soo was ick by mijn eer daer ghy my nu in fout,, vijnt. Ick hebb' u, ongeverght, belooft, op uwe Kamer, (Toen ghy my, onverdient, drie Boecken kiesen liet) Dat ick die weynigh tijdts gebruycken soud, en niet Voor sulck een langen tijdt: hier kom ick nu en stamer [pagina 423] [p. 423] Mijn onschult. Waerde Vriendt, het is geen schult uyt losheyt: Maer and're luyden deught is oorsaeck van mijn schult; 't Gezantschap van Japan, heel fray op sneê vergult, My, ongevraeght, geleent, bracht my tot dese brosheyt. Daer in heb ick veel tijdts met groot vermaeck gesleten. Goedt stopt geen gierigheyt: want schoon ick dit al had, Soo wierd ick, als het blijckt, het uwe oock niet zat, Dies, bid ick, wilt mijn fout vergeven en vergeten. Vorige Volgende