Het nieuwe Hoornse speel-werck

Tot lof der Speck-struyf, aen de liefhebbers des selven.

Toon: Prins Robberts Mars.

EEn ander wet sijn tanden vry

Op Oss' of Schapen-vlees,

Op Koude-schael of Ryssen-bry,

Op Snip, Patrijs of Mees,

[p. 419]

 

Of op een End, of Duyf, of Hoen,

 

Al was hy noch soo schoon,

 

Ja op Pastey, of Venesoen,

 

De Speck-struyf spant de Kroon.

2

Geen Karper, ja geen Ael, noch Snoeck,

 

Geen Braassem, noch geen Schol,

 

Geen Baers gevangen aen den hoeck,

 

Al was hy noch soo vol

 

Van Vet en Reusel, ja geen Seelt,

 

Al was hy noch soo schoon,

 

Mach by de Speck-struyf zijn verbeelt,

 

De Speck struyf spant de Kroon.

3

Geen Kabbeljauw, noch Schellevis,

 

Geen Pieterman, noch Kreeft,

 

Geen Tongh, noch Schar, hoe vet hy is,

 

En aen den Oever leeft,

 

Geen Krabbe noch geen Garrenaer,

 

Al zijn sy noch soo schoon,

 

Beryckt de Speck-struyf verrenaer:

 

De Speck-struyf spant de Kroon.

4

Geen Massepeyn, noch Mangeltaert,

 

Noch geenderley Bancquet,

 

Hoe kostelijck het is vermaert,

 

Haelt by de Speck-struyf, 'k wed

 

Dat menigh om mijn seggen lacht:

 

Maer 'k singh mijn oude toon,

 

Wat Spijs door menschen wiert bedacht:

 

De Speck-struyf spant de Kroon.

 

 

 

J. Zoutman.