Het nieuwe Hoornse speel-werck
(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij
[pagina 275]
| |
Soo dat uw' Reeck'ningh sluyt, en ghy gerust meught smoocken,
Soo langh 't u niet verveelt dit vyer noch aen te stoken.
Ick wensch, mijn Vriendt, ick' wensch dat ick noch eens die dagh
Sal sien, dat ick u weêr kan dienen als ick plagh,
Wanneer uw' Doos op nieuw ontstelt is of gebroken;
Op dat soo tusschen u en my gestaegh een Hof
Van ware vriendtschap bloey, en wy elck ander stof
Verlenen om gerust en wel vernoeght te leven.
Ick heb (ick ken mijn schult) den derden Maert uw lof,
Door 't manen, wat gequest, die misslagh was soo grof,
Dat my niet anders rest als die te sien vergeven.
C.G. Kleyn.
|
|