Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 266] [p. 266] Bedanking aan mijnen Vrient P.Y. van der Hof, wegens zijn gelukwensching, over mijn Zoons Geboorten-dagh. WIe zagh oit blijder uur verschijnen, onder 't rooken, Aan zijnen haart, als die zijn eerste vreughde zagh, Aan zoo een' lieven Zoon, wiens zoetheit overmagh, Al 't geen een boezem kan in tegenlust doen smooken? Deez' vroolijke uur zagh ik al woelend' om te stoken, Een vuur, tot welkomst, op mijn Zoons geboorten-dagh, En toestel van Kandeel, waar door men meest tijdts plagh Des Barens wee te sien in vreughts gevolg gedoken. Verheugt u dan zoo zeer mijn vreugt? ô van der Hof! (Schoon ghyze dikwils schaft) noit schaft gy liever stof, Om u erkentenis van dankbaarheit te geven. Indien dies Groenvelt oit magh hoopen deeg'lijk lof, Zijt zeker dat hy noit van geest zal zijn zoo grof Of dat hy hopen zal na uwen wensch te leven. C. Groenvelt. Vorige Volgende