Het nieuwe Hoornse speel-werck

[p. 253]

Klink-dichten.

[p. 254]

Vrage van eenen Toback-drincker.

'K Zit hier alleen en zuig een Pyp, en denk in 't rooken,

Zoo ik dus wier gezien van die my noit dus zag,

Of ik niet denken zouw, of hy niet denken magh

Hier zit een Gek, die zich verydeltuit met smooken?
Dus denkend' vraagh ik u, die meê dit vyer te stoken

Gewent zyt, of ghy niet beschreumt zyt voor den dagh?

Vermits elk een van u, die rook te blazen plagh

Nauw vermogen maakt het licht in damp bedoken.

Dus vragend' met gedacht', denk ik, ô van der Hof!

Aan u, en dat my dient op deze vragens-stof

Uw' antwoordt, mits ghy tracht al rookend' vroom te leven.

Ey zegh dies, kan een Man behouden deeg'lyk lof,

Indien hy zich betoont van geest te zyn zoo gros,

Dat zwarte rook zyn oogh verlustiging' kan geven?

C. Groenvelt.