Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] Verjaer dichten. [pagina 90] [p. 90] Op 't Verjaren van V.D.H. HOudt men 't seggen van den Preecker Voor waerachtigh, wis en seecker, Dat den sterf-dagh beter is Als wanneer men wordt geboren? 't Antwoordt klinckt in bey mijn ooren, Ja voorseecker, dat 's gewis. Schrey dan Griecken, 't kan niet hind'ren, Offer nieuw-geboren kind'ren Bitt're tranen vol geklagh, Sucht als sulcke Nieuwelingen Weêr verjaren: ick sal singen Op myn Vriendts Geboorten-dagh. Chiron, die soo langh voor desen Was gestorven, is verresen, Met sijn Speel-tuygh in de handt, Nu w' in van der hof sien leven Al wat Chiron was gegeven Na de mate van 't verstandt. Kancker, Pest, en sulcke plagen, Stonden als voor 't hooft geslagen, Vol verschrickingh, elck bewees Minder kracht', en leerde quynen, Toen het licht begon te schynen Dat op dese dagh verrees. Als die Son in top geraeckte Sagh men Charon, die vast haeckte Na 't verdubb'len van sijn vracht, Langhs hoe minder zielen laden In sijn Vaertuygh; 'k roem de daden Van Saturni Soons geslacht. Heeft die wyse Grieck de wonden Met een sachte handt verbonden? Dese gaet die selve gangh. [pagina 91] [p. 91] Wist die Phoenix, door sijn spelen, 't Krancke lichaem wat te strelen? Dese door sijn Maet-gezangh. Sucht en kermt men boven maten Dat geen Artzeny kan baten, Als 't gemoet de moet ontviel, Hy weet met sijn Heyl gedichten Sulcke qualen wat te lichten, Tot verquickingh van de ziel. Hooge Hemel, toon aen desen Kunstelingh een gunstigh wesen; Zegen hem tot welstant van Hulp' en troosteloose menschen, Die 't langhdurigh leven wenschen Van soo wel-gewenschte Man. Help hem stryen, moet hy kampen Met de macht van Aerdtsche rampen; Of wend alles van hem af, Dat de Grieckse Schaer doet schreyen: Wilt hem voor de windt geleven Tot aen d' Oever van sijn Graf. Laet hem dan dat heyl verwerven, Dat de uren van sijn sterven. Beter sijn als toen de Son 'd Eerste-mael vergulde stralen Op sijn Wiegh liet neder-dalen, Na de spreuck van Salomon. C.G. Kleyn. Vorige Volgende