Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 309]
| |||||||
1109. Uitgeverij A.A.M. Stols (J.-P. Barth) aan J. Greshoff, 26 december 1956Ga naar eind1['s-Gravenhage,] 26/12/56.
Zeergeachte Heer Greshoff, Hartelijk dank voor Uw blijken van deelneming en belangstelling die U de laatste weken getoond hebt. - En zeer van harte wensen mijn Vrouw en ik van onze kant U en Uw Vrouw al het mogelijk goede voor de toekomst. Ja, 1956 was een vreselijk zenuwachtig jaar voor me: zowel wat mijn familie-omstandigheden betrof, als wat het zakelijke aangaat. Maar ik heb wel veel vertrouwen dat 1957 beter zal zijn. Mijn Vrouw, de kinderen en de kat ‘oom Boris’ (die natuurlijk na het overlijden van mijn Moeder honkvast[?] hier[?] geworden is) zowel als ik zelf maken het prima. We hebben allen ‘gemakkelijk’ en spoedig kunnen berusten in het eindelijk overlijden van mijn Moeder. Toen de tekenen van de kwaal zich openbaarden wisten we dat het einde spoedig zou komen, al heeft het nog 3½ maand geduurd. De ziekte periode zelf was veel tragischer, want de dood werd door ons allen, ook door mijn Moeder, alleen maar vurig gewenst. De dood is dan, ten slotte, meer aanvaardbaar dan een jammerlijk lijden, waar elke menselijke waardigheid verloren gaat en men de zin en de betekenis van het leven alleen maar in twijfel gaat trekken. Maar, genoeg van de dood, het leven is per slot van rekening veel belangrijker, want dat is de realiteit waar men mee te maken heeft. God zij dank zijn inderdaad de zaken met de Heer Stols goed verlopen. Het, achteraf gelukkige toeval wilde dat ik bij de terugkeer van de Heer Stols nog geen beslissende kansen elders had. Ik was dus open voor elk redelijk voorstel dat mij geboden zou worden, en mij inderdaad geboden werd. Waardóór de Heer Stols zijn standpunt grondig wijzigde, kan ik slechts ten dele vermoeden, doch dat een interventie van de zijde van de Heer Goris niet vreemd daaraan zal zijn geweest o.a. weet ik welhaast zeker. In de loop der onderhandelingen hebben zich onze beider uitgangspunten verenigbaar doen blijken. Aanvankelijk stond ons een n.v. voor ogen, waar de Heer Stols commissaris van zou zijn en ik directeur. Uit fiscale overwegingen zijn we daar eigenlijk te elfder ure van af geweken en kwamen we tot de vorm die voor mij het aantrekkelijkste was en die ik reeds in mijn eerste voorstellen in Februari naar voren had gebracht, n.l. het overnemen van de uitgeverij tegen een rond bedrag met soepele aflossingsmogelijkheden. De situatie is nu zo dat ik dus eigenaar-directeur van de zaak ben (of beter [xxx] nog moet worden[)]. Het contract zal waarschijnlijk per 1 Jan. of 1 Febr. getekend worden, ook weer uit fiscale overwegingen, doch in feite is de toestand reeds zo[,] terwijl de Heer Stols zolang de aflossingen nog niet het bedrag der koop- | |||||||
[pagina 310]
| |||||||
som hebben bereikt, geïnteresseerd blijft in de zaak. Vanzelfsprekend zal ik nog veelvuldig gebruik moeten maken van zijn ervaring, relaties en kennis. Mijn bedrijfspolitiek zal gefundeerd zijn op volgende overwegingen:
Aangezien ik in 1957 gunstige vooruitzichten heb zal het wel lopen. Volière is nog voor de Kerst uitgekomen. Ik gaf opdracht U per luchtpost een exemplaar te zenden. Andere door U gewenste uitgaven zullen U ook bereiken. 2 zeer belangrijke vragen: Wanneer krijg ik de persklare nieuwe Gijsen?Ga naar eind3 Ik moet Gijsen in het voorjaar brengen om mijn gewenste omzet te halen. Ik had uit Uw brieven begrepen dat het al onderweg was. Indien het U niet uitkomt ben ik geheel bereid dit in eigen beheer te corrigeren. Ik moet het uiterlijk voor 15 Januari hebben. Stuurt U het mij anders met gedeelten. Wanneer komt de kattenbijdrage???Ga naar eind4 Met beleefde groeten, ook aan Uw Vrouw en namens de mijne, met nogmaals onze hartelijke wensen voor het nieuwe jaar Uw J.P. Barth |