Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

1105. J. Greshoff aan Uitgeverij A.A.M. Stols (J.-P. Barth), 24 oktober 1956¹

24 Oct.

Beste Jean Pierre,

Zoojuist krijg ik een brief van Piet Worm, met ingesloten jouw briefje aan hem.² Dat hij in zijn wiek geschoten is, behoef ik je niet te zeggen! Maar ik nog méér. Ik kan een uitgever natuurlijk niet dwingen een omslag door mij bemind te aanvaarden. Maar de weigering dat te doen is een klap in mijn gezicht en nu niet bepaald een bewijs van hartelijke genegenheid.

Er zijn dingen waar men het recht toe [:h]eeft, maar die men tòch niet doet uit vriendschap.

Heb je mij ‘Er gebeurt nooit iets’ gezonden. Ik hunker er naar. Ik ben druk bezig met Ter wille van Leentje. Het nieuwe boek heet ‘Lucinda’³

Hoe gaat alles thuis.

Schrijf mij eens persoonlijk en vertrouwelijk terug

Veel goeds v h t h

je

Gr.

persoonlijk en vertrouwelijk

1 In dit jaar geplaatst op grond van het poststempel: Kaapstad 24-x 1956.

2 Op 18 oktober had Piet Worm aan Greshoff geschreven: ‘Hierbij een briefje van Stols op ons omslag. Ik heb eindeloos geschreven en gebeld en nu eindelijk antwoord en hoe.
Het omslag kwam volkomen verkreukeld en stuk aan. Het is wel een teken van waardering. Enfin, Jan, we hebben het samen goed gemeend en gedacht dat ons beider enthousiasme in den Heer Stols plus zijn idealistiese uitgeverij zou worden beantwoord.’ (Zie br.1079 n.1 voor Barths brief van 17 oktober aan Piet Worm.)

3 Marnix Gijsen, Lucinda en de lotoseter zou in oktober 1959 bij Uitgeverij A.A.M. Stols te 's-Gravenhage verschijnen. Het werd gedrukt bij Drukkerij ‘De IJssel’ te Deventer. Het manuscript zou blijkens de datering in de boekuitgave worden afgesloten in november 1958.
Op 15 oktober had Gijsen aan Greshoff onder meer geschreven: ‘Ik ben over de berg van een nieuw boek heen maar heb het plan me een paar weken of tien dagen ergens af te zonderen om er een eind aan te maken en het te herzien. Het heet Lucinda en het bevalt me nogal, voorloopig.’