Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

995. J. Greshoff aan Uitgeverij A.A.M. Stols (J.-P. Barth), 11 februari 1955

Vrijdag 11 febr 1955

Allerbeste Barth

Hartelijk dank voor de proeven van De Oudste Zoon. Ik hoopte, het pakje ziende, dat er het boekje van Geers over Joachim in zou zitten!¹ Ik zou dat zoo graag even hebben!! Het overtikken van mijn boekje over Gijsen vordert goed en ik kan het [+niet] afsluiten zonder die Geers.² -

Wil jij mij een groot plezier doen? Voor jouw rekening de 5 deelen van mijn verzameld werk koopen en die met bijgaande brief doen toekomen aan de [:man?] wiens naam op die brief vermeldt staat.

Ik reken dan in July, als ik [+in] Den Haag ben (op zijn minst een maand) met je af. Bij voorbaat vele danken!

Hoe gaat het met je jonge vrouw. Nog last van rheumatische pijnen?

Doe mijn eerbiedige groeten aan je moeder en je vrouw,

met een hartelijke handdruk

Steeds je

Greshoff

7 rue Méchain

Paris xiv^me

1 Brief van Daniël over Joachim van Babylon en zijn kuize Suzanna.

2 In René Goris en J. Greshoff, Marnix Gijsen heeft Greshoff aan elke roman van Gijsen een afzonderlijk hoofdstuk gewijd. Er is bovendien een hoofdstuk gewijd aan de reacties op Het boek van Joachim van Babylon (p. 79-90). Naast Het antwoord van Suzanna aan Joachim van Babylon van Esther de Raad (ps. van Mellie Uyldert), behandelde Greshoff hierin Brief van Daniël over Joachim van Babylon en zijn kuize Suzanna van L.S. Palder (ps. van G.J. Geers). Zijn slotconclusie luidde: ‘Het boekje van De Raad is een werk van afkeer, dat van Palder een werk van genegenheid.’