Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd951. J. Greshoff aan Uitgeverij A.A.M. Stols (J.-P. Barth) 27 juni 1953Zaterdag 27 Juni 1953Ga naar eind1
B.B. Gisteren, te bed liggende, schreef ik je enkele woorden. Vandaag, een uurtje op terwijl mijn slaapkamer gedaan wordt, heb ik het gevoel dat ik ongelijk had met je dat briefje van gisteren te zenden. Het geeft n.l. mijn stemming ten opzichte van jou niet juist weer. De waarheid is dat ik verdomde nijdig ben en dat ik je deze geschiedenis werkelijk kwalijk neem. Voor zoover ik weet heb ik steeds klaar gestaan als je | |
[pagina 118]
| |
mij wat vroeg. Ik heb je steeds met genegenheid behandeld. En jij behandelt mij als oud vuil. Dit is nu genoeg. En we zullen de relatie maar verbreken. Het begint mij te[lees:toch] werkelijk te vervelen om eindeloos om berichten of toezendingen te moeten bedelen. Waarom was het onmogelijk om de dàg dat ‘De Kat in de Boom’ van de binder kwam twee ex aan mij te doen zenden? Waarom kon de binder zèlf niet even de twee eerst gereedkomende exx goed verpakken en aan mij zenden?? Ik las zes weken geleden een bespr. v Roelants in Elsevier.Ga naar eind2 Vier weken geleden verscheen mijn eigen bespr. in Het Vaderland.Ga naar eind3 Ik veronderstel dus dat de eerste geb. exx. afgeleverd zijn begin Mei en ik had ze dus ± 20 Mei kunnen hebben met een klein beetje welwillendheid, dat helaas bij je ontbreekt. Het [+is] nu 27 Juni en ik heb nog níets! Ook geen Bloem, maar [:m]isschien is die nog niet gereed.Ga naar eind4 Hoe dit ook zij. Ik vind dit geen juiste toestand. En wanneer ik niet vriendschappelijk behandeld word, kun je ook geen vriendschappelijke behandeling verwáchten. Ik ben werkelijk benieuwd hòeveel weken na het gereedkomen van de eerste geb. exx, deze mij zullen bereiken. Het heeft geen zin er grapjes over te maken, als ik gisteren deed Ik ben nijdig en moet dat ook laten blijken Met vr.gr. je Gr.
27 Juni |
|