Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

[p. 77]

918. A.A.M. Stols aan J. Greshoff, 16 november 1952

Quito, 16 Nov. 1952

Beste Jan,

Dank je zeer voor je brieven van 30 Oct. en 1 Nov. We hebben juist een uitermate gezellige feestweek met Prins Bernhard achter de rug. Hij is een uiterst vriendelijk man met zéér veel belangstelling, ongeveinsd en hartelijk. Rok (nieuw) en ridderorden werden behoorlijk gelucht. Greet schafte de beeldigste avondjurken aan. Behalve op de receptie in de Ned. Legatie, hadden we een dansavond op de chileense Ambassade en waren we uitgenodigd op het diner dat de prins aanbood (als eenige Nederlanders, buiten de legatielieden). We praatten nog uitvoerig met van Haersolte (het konijn), die je uit z.a. kent,¹ en we hadden een prettige tijd met Kees Vroon (die nu uit Mexico weggaat, vermoedelijk naar Singapore).²

Nu lopen we weer in de tredmolen, die meer vervelend dan vermoeiend is. Overdag moet ik werken of veinzen dit te doen, en 's avonds is er meestal geen licht, zodat ik dan niet tot lezen of schrijven kan komen. Dit is erg beroerd... Prins Bernard had erg veel pleizier in mijn dubbelganger verhalen. In werkelijkheid ziet hij er inderdaad toch wel de 12 jaar jonger uit. Hij had erg veel succes bij de quitonese society vrouwen.

Heb je de Kat in de Boom al naar Barth gestuurd? Het reisexemplaar moet 31 Dec. gebonden en wel klaar zijn om 2 Jan a.s. gebruikt te kunnen worden. Hártelijk dank voor je bemoeienissen.

Sinds ik in Quito ben, heb ik geen enkel nieuw Nederlands boek (poëzie of roman) gelezen, en ik heb de indruk, dat ik er niets aan gemist heb.

Je verzoek om drie artikels voor Standpunte te schrijven zal ik gaarne voldoen.³ Doch doe jij nu ook eens, wat je al zo lang beloofd hebt: stuur me alles van jaargang 3 af hierheen. Ik heb zelfs het Greshoff-nummer (waarin ik een stukje schreef)⁴ nooit gezien.

Aan het eerste artikel hoop ik spoedig te kunnen beginnen en het dan 15 Dec. posten.

De laatste tijd heb ik aardige boeken uit Frankrijk ontvangen, en ik verdiep me in werken van en over Apollinaire, veel nieuws. Ook is er een goed boekje over St John Perse verschenen, waarover ten onrechte slecht geschreven werd door Paulhan, die kwaad was alleen omdat de auteur het aan de nrf weigerde nadat Paulhan er eerst met veel éloges om gevraagd had.⁵

Met het werk hier zal het wel nooit vlotten. De regering wil nu eenmaal geen geld voor onze plannen uittrekken. Het is wel zéér ontmoedigend.

Kees Vroon en ik hebben besloten het werk van Emile van der Borch uit te geven. Het is nu tien jaar na zijn dood...⁶

1 Coenraad Willem Antoni van Haersolte (geb. 1909) was in diverse diplomatieke functies werkzaam geweest in onder meer Berlijn, Parijs en Stockholm. In de periode 1942-1947 was hij aangesteld geweest in Pretoria en van 1951-1953 was Van Haersolte chef van de directie Westelijk Halfrond van het departement van Buitenlandse Zaken.

2 Adrianus Cornelis Vroon (geb. 1913) was vanaf 1945 in dienst bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Van 1949 tot 1953 was hij tijdelijk zaakgelastigde en vice-consul te Mexico; in 1953 werd hij tot consul in San José (Costa Rica) benoemd.

3 Van de aangekondigde reeks van drie artikelen, zouden er slechts twee in Standpunte worden opgenomen: De logische grondslagen van de typografie van het boek en De ontwikkeling van de verzorging van het Nederlandse boek sedert 1890.
Het gevraagde artikel over de ‘geestelijke taak van de uitgever’ is nooit verschenen. (Zie br.915.)

4 Zie br.782 n.2 voor het Greshoffnummer van Standpunte, waaraan Stols Greshoff en het schoone boek bijgedragen had.

5 Het is niet bekend op welke publikaties over Guillaume Apollinaire - over wie dit jaar onder meer twee publikaties van de hand van Marcel Adéma verschenen - en Saint John Perse door Stols gedoeld werd. Uit een bewaard gebleven boekenrekening is bekend dat Greshoff Adéma's Vie d'Apollinaire in maart 1954 via Boekhandel L.J.C. Boucher te Den Haag aanschafte.
Een negatieve bespreking door Jean Paulhan (1884-1968) van een publikatie over Perse uit deze periode is niet achterhaald. Paulhan was van 1925 tot 1940 hoofdredacteur van de Nouvelle Revue Française geweest, en zou in januari 1953 samen met Marcel Arland de leiding van het tot op dat tijdstip verboden tijdschrift ook weer op zich nemen. Hij was redacteur van de uitgeverij Gallimard (nrf) te Parijs en was voorts redacteur van het tijdschrift Les Temps Modernes.

6 Zie br.667 n.11 voor de Stols' plannen met betrekking tot het werk van Emile van der Borch van Verwolde.

[p. 78]

Accceptabele aanbiedingen voor mijn uitgeverij krijg ik weinig of niet. In ieder geval belet dit geldverlies (alsmede mogelijke winst...). Doch voorlopig ben ik er niet rouwig om, en ik houd me bij Gijsen en Lennart + enkele kleinere werkjes.

Bert en ik zouden het, ieder voor zich, zéér op prijs stellen, te horen hoe het met je monografie over Marnix Gijsen staat.⁷ Bert in verband met bibliografie en illustratie, ik in verband met het bepalen van het tijdstip van verschijnen. Heb je nog andere publicatie-plannen of zit je onherroepelijk aan Querido vast? Het zou, dunkt me, aardig zijn, als er een typografisch betere uitgave van je Verz. Gedichten gemaakt kon worden, b.v. in de stijl van de ‘kleinere’ Bloem, waaraan nu wordt gewerkt.⁸

Greet schrijft Aty spoedig! Met drie kinderen in Holland + moeder + vriendinnen heeft ze het op de tikmachine druk.

Met heel veel liefs voor jullie allen

van

Sander

7 René Goris en J. Greshoff, Marnix Gijsen.

8 Pas in oktober 1956 zou de zevende, vermeerderde druk van Greshoffs Verzamelde gedichten verschijnen bij A.A.M. Stols, Uitgever te 's-Gravenhage. Deze uitgave zou worden gedrukt bij de Firma Boosten & Stols. De zesde druk maakte deel uit van Greshoffs Verzameld werk. De bundel zou een formaat van 12,5 × 20,5 cm krijgen en de gedichten zouden gestapeld worden afgedrukt.
De in juni 1953 bij Stols te verschijnen vierde druk van de Verzamelde gedichten van J.C. Bloem, die op dit moment al in voorbereiding was, zou een formaat van 12,5 × 20 cm krijgen, in tegenstelling tot de voorgaande drukken die een formaat van 15 × 23 cm hadden. (Zie br.890 n.1.)