Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd846. A.A.M. Stols aan J. Greshoff, 2 februari 19512-2-1951
Beste Jan, Zeer bedankt voor je beide brieven van 22 en die van 17 Januari. Ik begin maar met die van de 22ste; de rest komt vanzelf. 1o Er bestaat geen vertaling van Anabase door Eddy d.P. Ik weet niet hoe die fabel in de wereld is gekomen. Indertijd zag ik die z.g. vertaling al eens in een bibliografie, correspondeerde er zekerheidshalve nog met Bep over. Bovendien bewonderde Eddy St.J.P. niet, zie zijn werken.Ga naar eind1 2o Wat Goris betreft: En door het uitblijven van het ms dat je onder je berusting had, en, daarna door het feit dat de drukker de gereserveerde capaciteit niet langer kon vasthouden en dus moest verschuiven (en daarnà komt dan nog de binder!) kwam ‘Goed en Kwaad’ later klaar dan geplanned was.Ga naar eind2 Ik had het boek ook liever met Kerstmis in de handel gehad. Maar alle drukkers en binders zitten wonderlijkerwijs vol. Boekhandel en publiek vonden het gelukkig niet erg. Ik had 't zelfde geval (tegelijkertijd) met ‘De Blauwe Horizon’ van Clare Lennart. Overigens heb ik misschien door al die ‘drukken’ van Gijsen's boeken de indruk van ook evenveel enorme oplagen gewekt.Ga naar eind3 Dat is helaas niet zo! Goed gaat inderdaad ‘Joachim’, doch de andere boeken zijn nooit herdrukt.Ga naar eind4 Ik ben nu bezig met een opstelling voor Goris te maken per 31-12-1950, doch ik hang voor de cijfers weer af van gegevens die ik van Elsevier moet krijgen, en je weet bij ervaring dat uitgeversadministraties nu eenmaal veelomvattend en tijdrovend zijn.Ga naar eind5 Gijsen is bij mij nu Auteur No 1 en ik doe mijn best om hem in alle opzichten te bevredigen, ook met akkevietjes als de Franse uitgave van Joachim en de vertalingsrechten.Ga naar eind6 Het is toch mijn schuld niet als de rechten wèl worden aangekocht, doch als de boeken zelf niet verschijnen. Rest dan tenslotte het nog steeds bedonderde feit, dat ik steeds hemel en aarde moet bewegen om Gijsen te mogen betalen. Toen ik het geld er voor had, mocht ik het niet kwijt. Nu zit ik even in een moeilijke periode om een | |||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||||||||||
productieseizoen te overbruggen. Doch al heb ik hel moeilijk, ik ben geen oplichter en ik ben ook niet insolvent. Gelukkig is de verkoop in Januari weer bijzonder goed en ik kom er weer doorheen. Het zou misschien voor mijn lichamelijke en zielerust beter zijn als ik me liet opslokken door deze of gene grote uitgeverij. Doch als ik dat niet laat doen, althans tot het uiterste trachten zal dit niet te laten doen, dan is dat alleen omdat ik er me van bewust ben dat het dan uit is met een aantal uitgaven waardoor ik me in dienst der Ned. Letterkunde weet. Ik zou dan nòch Van Eyck,Ga naar eind7 Keuls,Ga naar eind8 Hoornik,Ga naar eind9 van Ameide,Ga naar eind10 Bloem's Beschouwingen,Ga naar eind11 noch zelfs Holst's Uit Zelfbehoud kunnen drukken of herdrukken. Nog gezwegen van romans van jongeren als BulthuisGa naar eind12 of v.d. Tempel,Ga naar eind13 hoe men over hun werk (nù) ook denken moge. Ik heb nu eenmaal het volkomen idiote vak gekozen van alleen goede boeken te willen uitgeven en ik weet dat mijn collega's me er publiekelijk om uitlachen. Toch heb ik het gevoel dat, als later de duizenden tonnen Schund vergeten zullen zijn, mijn naam als idealistische uitgever nog wel eens genoemd zal worden. Goris krijgt dezer dagen de som waar hij om vroeg. Het is nog maar een deel van wat hij van me krijgt.Ga naar eind14 Ik heb me laten verleiden om enkele stakkers voorschotten te geven: zij hadden het geld werkelijk nodig en dan moeten anderen maar eens wachten. Je kunt Goris geruststellen en je kent me na bijna 30 jaar genoeg om te weten dat je hem in volle vertrouwen kunt geruststellen. Als je de geschiedenissen der grote uitgevershuizen leest, tot die van McMillan toe,Ga naar eind15 zul je zien, dat ieder wel eens krap heeft gezeten. Dat het bij mij overigens niet de 1e maal is, weet je! En ik kom er uit, al zou het na de dood van mijn moeder zijn. Doch binnenkort is het ergste al voorbij. Nu je gezellige brief van 17 Januari. Dat ik je niet eerder schreef kwam door de drukte en de zorg. Over de zorg schreef ik je hierboven. De drukte ontstaat vooral door het feit dat ik 3 dagen per week in Amsterdam bij Elsevier werk als typografisch adviseur. Ik doe dit, omdat het me een fixum in mijn bestaan geeft. Ik krijg f 10.000 per jaar, behoef daardoor vrijwel geen geld uit de uitgeverij op te nemen en versterk deze dus. Hoe zou ik anders sedert 1945 een fonds van ruim 200 titels hebben kunnen opbouwen, en dan nog een uitermate moeilijk fonds. De heren van Elsevier zijn lang niet altijd makkelijk, vaak wispelturig als grote zakenlieden zijn. Aan deze mentaliteit zal ik nooit wennen, doch ik profiteer nu van hen door 1o honorarium, 2o administratie van mijn fonds. Dit jaar 1951 is het laatste van onze 3-jarige mondelinge afspraak. Daarna zien we wel weer. Dat ik je nu zo'n lange brief kan schrijven komt door huisarrest: verkoudheid, grieperigheid of hoe je het noemen wil. Greet idem. We hadden daardoor niet zulke bár gezellige verjaardagen. | |||||||||||||||||||||
[pagina 266]
| |||||||||||||||||||||
Blij te horen dat Jan nu ‘op een oor na’ afgestudeerd is en dat er al opdrachten op hem liggen te wachten. Greet telefoneerde met Han Nijkerk over Kees, die aan zou komen. We hebben verder nog niets gehoord. Als ik 5 Febr. in Amsterdam ben, zal ik trachten Kees of de Nijkerks te bereiken. We hebben nu een logeerkamer met 2 bedden ingericht, eerst voor Kees, daarna voor jullie. Voor Z.Afr. heb ik de laatste tijd een en ander gepresteerd: herdruk Eybers Die Ander Dors, 1o uitgave Eybers Tussensang en schooluitgave Don Segundo Sombra[,] vertaling Marie Malherbe. Nu werk ik aan bundeltje Van HeerdenGa naar eind16 en aan het grote boek over ‘Die Kaap’ waar jij destijds behulpzaam aan was. Van Piet Worm ontving ik destijds, toen hij bij je logeerde, een kort briefje. Daarna taal noch teken, ook niet na terugkomst in Holland. Dat jongmens had me wel eens iets kunnen laten weten, want ik was het toch die er voor zorgde dat hij ter betaling van zijn klm passage een muurschildering mocht maken.Ga naar eind17 Het heeft me alweer geleerd, mij in het vervolg op de vlakte te houden, als ik ‘vrienden’ van dienst kan zijn en introducties geven. Van Van Wyk Louw nooit meer iets gehoord, zelfs geen bedankje voor zijn inaugurele rede!Ga naar eind18 Erg blij met jullie plannen. Wij hunkeren naar eind Mei om jullie van het vliegtuig te komen halen. De logeerkamer is ter beschikking en we rekenen vast op jullie verblijf hier. Laat mij eens weten, wat je van mijn fonds ontvangen hebt:
De rest ligt op medisch en derg. gebied. Van het kookboekje van De PomianeGa naar eind21 en het schetsboek van Katerina WilczynskiGa naar eind22 zal ik je een exemplaar sturen. Weet je dat Oosterbeek bij de N.Ct. bijna alles in de wacht sleept en muren van boeken op zijn kamer heeft, die voor jou bestemd zijn? Dit vertelde me Hein. Standpunte: Ik bezit alleen: Reeks 1 no 1-2-3-4 [,] 2e jrg No 5-6-7-8 verder niets Met aanvulling zul je me zéér verplichten. Zelfs nooit het Greshoff-nummer gezien! Nederlandse tijdschriften lees ik ook niet meer. De jongens die kunnen | |||||||||||||||||||||
[pagina 267]
| |||||||||||||||||||||
Greshoff aan Stols, 6 maart 1951.
Omslag door Ed. Toussaint van Hove voor zijn bij Greshoffs Jandapers uitgegeven Kan jy al tel?, ca. 1950.
Portret van Greshoff door Paul Citroen, 30 augustus 1951 (collectie Nederlands
Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag).
| |||||||||||||||||||||
[pagina 268]
| |||||||||||||||||||||
schrijven en dichten zitten niet meer in tijdschriften, welke ‘geredigeerd’ worden door 6o klas aftrekseltjes van ter Braak, du Perron en Marsman. Het is maar slecht gesteld met onze letteren. Van je Verz. Werken bezit ik nog niet iv en v. Houd me aanbevolen.Ga naar eind23 Hier verder geen nieuws. Het leven is grauw en vervelend. Ik ben nu majoor der infanterie... Er gebeurt nooit meer eens iets leuks. Veel liefs van huis tot huis. Je Sander
Per ongeluk was Bulthuis naar de N.Ct. gezonden, waar een zekere Oosterbeek dit boek afkraakte. Toen hij naderhand vrijwel overal elders enthousiaste besprekingen las, schreef hij.... een brief met excuses aan Bulthuis: hij had het boek met griep ziek liggend gelezen en niet begrepen! Fraaie persmanieren.Ga naar eind24 |
|