Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd679. A.A.M. Stols aan J. Greshoff, 17 januari 1946Ga naar eind1['s-Gravenhage] 17-1-1946
Beste Jan, Zooals ik je vandaag telegrafisch mededeelde, heb ik zoojuist ontvangen: je brief van 7 Jan. (mogelijkheden Z.Afr.) je brief van 8 Jan (W. Hessels) je brief van 8 Jan (Ikaros) je brief van 9 Jan (persoonlijk woord) je brief van 9 Jan (aanvulling Z.Afr.) Hartelijk, duizend danken! Ik had niet gedacht, je vanavond al te kunnen schrijven: Greet en ik moesten dineeren met monsieur Schmitz, fransch journalist, en zijn vrouw, met wie we vandaag kennis maakten,Ga naar eind2 en de fransche attaché commercial.Ga naar eind3 Door de rare sluitingstijd waren we om 10 uur thuis; ik begin nu maar te schrijven, weet niet hoever ik het vanavond brengen zal, want ik heb veel aan mijn hoofd, te veel. Zooals ik ook al telegrafeerde, moet ik Maandag, d.w.z. over 4 dagen, in dienst; er worden heel veel reserve-off. opgeroepen en ik ben er ook bij. Gelukkig blijf ik in Den Haag en word kapitein-adjudant van den generaal, Territoriaal Bevelhebber (= van het leger dat in Nederland blijft).Ga naar eind4 Voor onbepaalden tijd ben ik opgeroepen. Ik ben dus overdag door dit werk bezet en heb alleen de avonden voor uitgeverij, vrienden en uitgaan. Waarschijnlijk krijg ik 1 Maart een secretaresse [+er] bij.Ga naar eind5 Dan heb ik vijf volwassen krachten... Je moet weten dat ik op 1 Januari - schreef ik dit al - gebroken heb met Nijgh & van Ditmar. De heer Piek blijkt tòch een volslagen imbeciel te zijn, niet in staat te volgen wat er in een uitgeverij dient te gebeuren, zonder eenige belangstelling voor litteratuur. Ik was er natuurlijk voor de verzorging van het heele fonds, zoowel schoolboeken, technisch- en huishoudboeken als litteraire. Maar deze laatste zitten er èrg in het verdomhoekje: men doet niets voor Vestdijk,Ga naar eind6 niets voor ter Braak,Ga naar eind7 en wàt er (nu ik weg ben) nog gebeuren gaat, is | |||||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||||
Stols aan Greshoff, 17 januari 1946.
| |||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||
nog door mij opgezet (Iersche Nachten van Vestdijk,Ga naar eind8 Eiken van Dodona van Bordewijk,Ga naar eind9 In Gesprek met de Onzen van Menno).Ga naar eind10 Ik liep er dus vast en ging weg. Het scheelt me 6 mille per jaar. Doch vrijheid, blijheid. Juist had ik dus alles georganiseerd om zonder Trio of Nijgh & van Ditmar of wie dan ook mijn uitgeverij geheel alleen voort te zetten, nu deze militaire geschiedenis er tusschen komt. Dat maakt dan ook, dat rustig nadenken over een mogelijk emigreeren naar Z.Afr. nog niet mogelijk is. Mijn eerste indruk na de lezing van je prettige en uitvoerige brieven over z.a. is dan ook: niet gaan, vooral niet als jullie weggaan, want jullie vriendschap zou ons onmisbaar zijn. We hebben het land aan hier, angst voor de toekomst, maar, denken we soms: we zijn de moffenellende te boven gekomen en moeten misschien tòch maar probeeren ook de rest van ons leven in het oude Europa te slijten. Alleen: de toekomst van onze kinderen... Zooals ik mezelf nu ken, en, na de ervaringen met Trio en N. & v.D. (waar ik toch in beide een ‘levenspositie’ had en[sic], au fond, de tout repos - als je niet góéd wilt doen wat er gedaan moet worden - ) [,] kom ik tot de conclusie, dat ik geen man ben voor een ‘baan’, niet de man om een zaak te leiden, die de mijne niet is, want ik kan er mijn hart en mijn ziel niet in-leggen. Misschien ook ben ik tè zelfstandig om iemand naast of boven me te hebben (wat zal die generaal een last krijgen). Toch zijn al de mogelijkheden, die je met zooveel zorg en uitvoerigheid hebt beschreven, de moeite van het overwegen zéér waard. Zooals de zaken nu staan, is er van uitvoeren van kapitaal geen sprake. Hoe lang dat nog duren kan, weet geen mensch! De mogelijkheden voor een uitgeverij had ik mij grooter gedacht. Maar wij hier vergeten wel eens, dat de afzetgebieden dáár natuurlijk veel kleiner zijn. Bij mijzelf had ik gedacht: ik huur een huis, richt een kantoor in, laat voorraad Nederl. fonds overkomen, neem agentschappen van andere Holl. uitgevers, knoop connecties met auteurs aan, die ik eindelijk góéd zal uitgeven, en het zal wel gaan. Maar dat blijkt nu heel anders te zijn... Indien het geestesleven is, zooals je het beschrijft, is dat al heel weinig aantrekkelijk, vooral indien wij als hollanders toch buitenlanders blijven. Dan liever buitenlander in Parijs, waar ik nooit zóó gedépayseerd zou zijn. En om alles in Holland te laten drukken - waar de drukprijzen ook met 50-100%, evenals de papierprijzen, gestegen zijn - is ondoenlijk. Ik ben èrg benieuwd naar den bundel van Liesbeth Eybers,Ga naar eind11 die je me zendt. Als jij, die toch en met je pen, en als literair adviseur van een uitgeverij in z.a. geen broodwinning hebt, dan ziet het er voor mij zeker somber uit. De boekhandel is inderdaad tè gevoelig voor crisissen om daar vast in te | |||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||
geloven. Constantia - ik moet den man nog steeds schrijven - heeft dus wel geluk gehad. Maar in Joh. burg zou ik toch niet willen zitten (liever niet). En ook niet in Pretoria. In ieder geval zal ik uitvoerig nadenken over J.L. van Schaik, Die Nasionale Pers, The Cape Times. En ik zal ook eens met De Bussy gaan praten. Maar eerst moet ik het met mijzelf er over eens zijn of ik nogmaals een baan op me zal nemen. Want de zaak is dat, als ik daar niet zou slagen ik, weldra 50 jaar, niet meer opnieuw zou kunnen beginnen. Het leven hier is ook niet goedkoop. Van wat je verdient gaat 50 à 60% belasting af. Met dat al is het in Nederland toch nog een (geforceerd) wonder van goedkoopte. Maar ik kan hier van 85 pond per maand met mijn gezin niet leven. Enfin, de zaak heeft me, sinds ik vanmiddag je vijf brieven ontving, niet met rust gelaten en ik zal er nog veel over te denken hebben. Zooals ik je ook al telegrafeerde zijn sinds een dag of 10 à 14 geregeld pakken met boeken naar je gezonden. Maak een lijstje van wat je ontvangt. Stuur me dat (ik vergat er een te maken) en ik zal dan nagaan wat ik nog aan kan vullen. Je wenscht toch alleen litteraire werken? Ik heb voor jou alles bewaard, dus wat je niet ontving kan ik je altijd nog leveren. Met belangstelling zie ik het ms van Willem Hessels tegemoet.Ga naar eind12 Ik zal het zeker graag uitgeven als het me ook maar even mogelijk is (papier!!!). Zal hem dan schrijven, concept contract sturen en later drukproeven. Je brief over Ikaros en Gedichten kan ik niet puntelijk beantwoorden zonder de boekhouding er bij, die op kantoor ligt. En wannéér ik weer op kantoor kom? In ieder geval komt deze zaak in orde. Dit kan ik je wel zeggen.
1o druk bij Boucher | |||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||
2o druk in Kaleidoscoop, volledig afgerekend 3e, 4e, 5e druk zijn samen gemaakt in 1937? 1938 of 1939 (heb geen ex bij de hand). Daar weet je alles van, dat werd in Brussel nog bedisseld. Overigens heb ik Huib, zooals je me vroeg, een afrekening gezonden. Ik zal je nu natuurlijk, zoodra ik de boekhouding hier heb, precies kunnen mededeelen wat je in je getypte brief vraagt. We hebben het laatst afgerekend vóór je vertrek; je kocht toen veel boeken om mee te nemen, op honorariumafrekening.Ga naar eind17 Alle specificaties volgen dus. 4o Toen ik, als eerste Nederl. uitgever de eer genoot om bij de moffen op het matje te komen, had ik inderdaad de Bruine Liedjes uit den bundel gelicht (5e druk) en dien bundel juist aangekondigd. Ik deed dat niet zóó maar, omdat ik geld voor dat restant wou zien, maar na veel overleg met diverse boekhandelaren. We waren n.l. tot de conclusie gekomen dat het jammer was, de belangstelling voor je Gedichten, die sedert de Kaleidoscoopuitgaaf bleef stijgen, stop te zetten. Niet voor mij privé (je pouvais me passer des quelques florins que cela me rapportait) maar voor jóú, om onze menschen de gelegenheid te geven je werk te blijven lezen en voor hen iets te zíjn, dachten we, dat het beter was, dat je ‘aan de markt’ bleef. Achteraf blijkt nu, dat je me dit kwalijk neemt. Tant pas [sic]. Hier hebben we gedaan, wat we dachten dat góéd was. Wij zijn geen collaborateurs. Ik heb je niet willen compromiteeren. We hebben je bij ons publiek willen houden, meer niet. Van Huib heb je natuurlijk gehoord, dat ik exemplaren van je Gedichten duurder heb verkocht dan de oorspr. prijs. Je boeken werden door den boekhandel onder de toonbank duur verkocht als ze te krijgen waren.Ga naar eind18 Waarom zou ik ze voor 2.60 - korting verkoopen als de boekhandel er 5, 10 en soms 15 voor vroeg? Er staat tegenover dat ik aan Huib ook honorarium heb afgedragen over alle vernietigde exemplaren. Juist vandaag verraste de binder mij met een restantje van den volledigen 5en druk, die hij verborgen had gehouden en nu afgebonden heeft. Ik weet nog niet, hoeveel het er zijn, ik schat 30 of 40. In ieder geval: ik zal ze vasthouden voor 't geval jij er nog van hebben wil. Omdat ik dacht dat er niets meer was rekende ik met Huib over de volle oplage af. Natuurlijk heb je het recht om te weten hoe het me je boek staat. Maar heb ik niet direct op je brief gereageerd, heb ik je ooit een afrekening onthouden? Je hebt over mij nooit te klagen gehad. Voor jou heb ik speciaal alles t/m December '45 laten nazoeken. Normaal kost dat voor alle auteurs uit mijn fonds 3 maanden; een heksenwerk. Over Ikaros heb ik ook met Huib over de volledige oplaag afgerekend.Ga naar eind19 Ik wensch nu eerst ook mijnerzijds al deze zaken naar volledig, beiderzijds, | |||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||
genoegen geregeld te hebben, voordat er een beslissing over Ikaros 2e druk genomen heb[lees:wordt]. Wat in het vat zit verzuurt niet, en de vellen kunnen altijd nog als pakpapier dienen. Een uitgever moet ook zijn verlies weten te nemen. En welke uitgever heeft dat van 1922-1940 getoond zoo goed te kunnen als ik? Met den heer Landshoff zal ik me t.z.t. in verbinding stellen. Alle zakelijke details over deze kwestie krijg je dus nog behalve van Huib, nog verder gespecificeerd van mij. Dank je zéér voor je persoonlijk woord van 9 Januari. Ik bergrijp je houding en standpunt t.o. het leven in z.a. volkomen. En dat is het juist, wat mij ‘den schrik’ bezorgt. Ik geloof toch ook dat ik nooit buiten Parijs, Londen, Brussel en Amsterdam zou kunnen als het er op aan komt je leven niet in bedonderde isolatie door te brengen. Zelf heb ik véél over Parijs gedacht, waar nu al weer zoo iets als een crise du livre begint, maar waar toch altijd mogelijkheden blijven. En ook een officieele baan behoort er voor mij niet tot de onmogelijkheden. De porti voor de verzonden pakketten doe ik je cadeau! Het is me een veel te groot genoegen, je alles te kunnen sturen. Als je nu nog ooit de ‘Rariteiten’ tegenkomt! Ik zal er ook in Batavia naar laten zoeken. Ja, ik hoorde ook van andere zijde, dat R. Nieuwenhuys naar hier onderweg is. Natuurlijk is hij, als hij zich meldt, van harte welkom. We hebben geen plaats om hem met vrouw en kind te herbergen (ook geen meubels daartoe) maar we zullen verder àlles voor hem doen. Ik weet waarachtig niet, of ik je mag aanraden, in België te gaan wonen, tenzij je er een rijkbetaalde baan krijgt. Je hebt er, in guldens omgerekend, kapitalen noodig, zou je er willen leven zooals je dat daar vóór 1939 gewoon was. Je zou eerst hierheen moeten komen en dan trachten daar weer binnen te komen, te vestigen. Van een regeeringsfunctie zou je er nooit kunnen leven. Je zoudt, dunkt me, zeker 25.000 gulden moeten verdienen om er nú te leven (alles: marché noir). Dat kan in Holland dan nog goedkooper. In Engeland moet je met 2 menschen toch zeker op £100.-per maand rekenen. In Frankrijk kun je niet leven, nu: ook alles marché noir. Een typiste heeft 300 gulden per maand noodig om te leven, daar. Je kunt, wat mij betreft, steeds op puntelijke zorg voor je financieele aangelegenheden rekenen. Herinner je je, dat we, om destijds de uitgave van ‘Gedichten’ mogelijk te maken, het honorarium gesteld werd[lees:hebben] op 10 cts per ex? Je zult dit aan oude afrekeningen nog wel kunnen nagaan. Ik hield deze afspraak aan; nù zouden we voor een eventueele nader en in overleg met jou te maken herdruk zeker 15 à 20% van den ing. prijs als honorarium kunnen vaststellen.Ga naar eind20 | |||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||
Van Huib had ik juist gisteren een lang en gezellig bezoek. Al is de oude kwestie, waardoor hij me zéér diep gegriefd en teleurgesteld had, begraven, en al heeft hij charmante kanten, je zult, als je hem over een jaar of zoo ontmoet, zelf wel opmerken dat hij zeker intelligent is, maar vrij los van moraal (zijn beloften komt hij zelden na, en van hèm heb ik geen afrekening nog gekregen. Als ik hem eens geschreven had: ‘Je oom Jan moet zooveel van me hebben. Ik krijg nog zooveel van je; je kunt het best betalen of afbetalen’, dan zou ik zijn gezicht wel eens willen zien). Ook is hij èrg eigenwijs, weet nu ineens alles van alle uitgevers, drukkers, boekhandelaren, papiermakers en illustratoren. Wat dat betreft nèt z'n paGa naar eind21 en even denigreerend. Dat is jammer, want ik merk in de vakkringen, waar hij het toch als typ. adv. en later misschien als drukkeruitgever het[sic] van hébben moet, dat ze hem nog niet lusten; niet omdat zijn werk niet goed is, maar omdat hij het ‘zoo verdomd goed wéét’ (al is hij bij lange na z'n pa nog niet). Hij moet heusch oppassen, niet àl te veel menschen tegen het hoofd te stooten. En wat schiet hij er mee op? Schrijf er hem niet over, maar houd dit in gedachten, observeer hem later eens en zie dan zelf wat je hem voor wijzen raad kunt geven. Want hij verdient, dat hij er kòmt en au fond mag ik hem nog altijd even graag. Balkema is inderdaad het mengsel van een uitstekend boekhandelaar, een uiterst slordig en geslepen zakenman en een rare sinjeur. Hij antwoordt nooit op brieven, schrijft alleen hatelijke epistels. En met dat al mag ik hem wel omdat hij een van de weinige boekhandelaren is ‘waar je wat aan hebt’. Ik heb hem juist naar Engeland geholpen. Verwonder je dus niet over het uitblijven van antwoord. Hij is soms erg onhebbelijk. Wat hij in Z.Afr. wil is me nog niet duidelijk, vooral na wat je mij daarover schreef. Maar ik hoorde dat je er hem gauw zult zien. Ook al waren mijn relaties met N. & v.D. niet verbroken, dan nòg zou ik geen kans hebben gezien, je aan de gevraagde boeken van Vestdijk te helpen.Ga naar eind22 Want er is niets meer van. Ze legden nooit wat op! Dus Simon heeft je nog steeds niet de 12 gedichten (die we hem per keerende post zonden) en zijn inleiding gezonden?Ga naar eind23 Wat bezielt hem? Schrijf me, of ik je Helikon 1940 en 1941 (samen 20 deeltjes)Ga naar eind24 en Atlantis (10 deeltjes)Ga naar eind25 heb gezonden. Anders krijg je ze nog. Van Hoornik is er tot nu toe maar één deel poezie-kroniekenGa naar eind26 Zond ik je die? Het 2e deel komt in het najaar.Ga naar eind27 Nu eindig ik maar, het is ver na middernacht. Ik weet niet wanneer dienstzaken me weer gelegenheid geven je te schrijven. Ik heb een duizelingwekkende correspondentie dagelijks. Hoe dat nu moet gaan? Met hartelijke groeten, ook van Greet, mede voor Aty en Kees, je Sander | |||||||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||||||
Ben zéér verlangend naar Kees' nieuwen bundel in specialen band.Ga naar eind28 Zal hem na ontvangst schrijven. Ik geniet dagelijks van het lezen in je boeken, je weet niet hóé goed het me doet, je stem te hooren na àl die jaren dat ik je persoon en je omgang, je hartelijke vriendschap miste. Greet verlangt ook erg naar Aty en de oude nabuurschap. |
|