Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

587. A.A.M. Stols aan J. Greshoff, 22 september 1938¹

[Maastricht,] 22-9-1938

Beste Jan,

Dank voor je brief van 21 dezer. Het is erg jammer, dat er voor mij aan het Vaderland niet meer te doen zal zijn.² Ik had er zóó op gehoopt. Rest mij alleen nog maar de hoop, dat ik begin November iets van je zal hooren inzake het Holl. Wbl. Bijverdiensten zijn absoluut noodzakelijk, want, al heeft mijn uitgeverij voor het eerst sedert jaren over de periode Januari tot en met Augustus geen verlies opgeleverd (en ik hoop, dat dit over het laatste kwartaal ook niet het geval zal zijn), aan een overschot dat voor privé gebruikt zou kunnen worden is nog geen denken. Al jaren is er geen cent privé door mij uit de zaak genomen, alles is gebruikt voor het maken van nieuwe uitgaven en het delgen van kosten en verlies. Dáárom zou het zoo wenschelijk zijn als er een bijbaantje voor me los kon komen, of dat ik althans door het schrijven van enkele stukjes wat zou kunnen verdienen. Ik kan mij dan in iets mindere mate als steuntrekker gaan beschouwen. Want ik verzeker je dat het een beroerd gevoel is...

Ik laat Wöhrmann nu maar op goed geluk de reisexx van Van Schendel klaar maken.³ Ik zet het boek op het aanbiedingslijstje voor fl 4. Mocht dit niet te handhaven zijn, dan stuur ik de boekhandels, die besteld hebben later wel bericht; ze kunnen dan annulleeren[sic] als ze willen. Maar van Oorschot moet op reis. Spreek je spoedig met Bob als je bericht van Van S. hebt, dat hij de oplage niet wil uitbreiden? Want dan zal de prijs verhoogd moeten worden.

1 Geschreven op briefpapier van A.A.M. Stols, Uitgever, Groote Looiersstraat 28, Maastricht.

2 Er is geen correspondentie tussen Greshoff en Menno ter Braak bewaard gebleven over Stols' medewerking aan Het Vaderland.
Mogelijk vreesde Greshoff concurrentie van Stols. Op 23 april had G.H. 's-Gravesande, die eveneens aan Het Vaderland verbonden was, aan Greshoff geschreven: ‘[...] de quaestie-Jonas. Ik had kort tevoren een noodkreet van Stols gekregen of ik niets voor hem te verdienen had. Ik schreef hem toen dadelijk terug, dat ik bij Schilt moeite zou doen om hem aan te stellen als kunstcorrespondent in Limburg. Dat zal wel niet gaan, maar Schilt wilde wel, dat hij af en toe iets schreef. Je vindt het dus zeker goed, dat ik hem vraag, over Jonas te schrijven. Hij schijnt het erg noodig te hebben.’

3 Nachtgedaanten zou bij Boekbinderij v/h C.H.F. Wöhrmann & Zonen te Zutphen worden gebonden.

[p. 389]

Ik vergat in mijn vorigen brief de facturen in te sluiten, die je nog niet gehad hebt. De hooge factuur is, zooals je ziet, het drukken enz van het boekje van Hein over Ikaros.⁴

Ik hoop, dat Arthur je spoedig bericht stuurt. Latat [lees: Laat] hij de te graveeren handteekening niet vergeten.⁵

Vanmiddag ga ik naar Den Haag, waar morgen vergadering van den uitgeversbond is.⁶ Zaterdag ga ik smiddags naar de huldiging van Jan van Royen, die 60 is geworden. Adres: Stedelijk Museum, voor geval je je opvolger in De Zilverdistel een telegrammetje zoudt willen sturen.⁷

Met hartelijke groeten van huis tot huis,

je

Sander

4 Voor het drukken van G.H. 's-Gravesandes Greshoff's Ikaros bekeerd had Stols Greshoff op 20 september fl 49,25 in rekening gebracht. (Zie br.586.)

5 Zie br.583 n.6.

6 Op 23 september werd in de Dierentuin te Den Haag de algemene jaarvergadering van de Nederlandsche Uitgeversbond gehouden.

7 Op 27 juni was J.F. van Royen zestig jaar geworden. Ter gelegenheid daarvan was er op 28 september een bijeenkomst in het Stedelijk Museum te Amsterdam.