Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– rechtenstatus

[Maastricht,] 11-2-38

Beste Jan,

1.	De proeven van Menno zijn terecht.Ga naar eind2 Er is enorm veel correctie in, en die zal extra betaald moeten worden. Mijn prijzen zijn berekend op persklare kopie. Wat is het toch raar dat de auteurs niet evengoed vooruit kunnen corrigeeren op goedgetypte kopie!
2.	Ik zal je een dupl.-revisie van t.B.'s boek sturen
3.	Dank voor bericht deel 5Ga naar eind3 en 6Ga naar eind4 U.M. Krijg ik instructies hoe en waar te drukken? Het formaat zou ik in ieder geval aanhouden.
4.	Greet komt Zaterdagavond (na bijna 3 weken) weer thuis, ze heeft het zéér naar haar zin gehad.
5.	Waar hangt Toussaint v.B. toch uit? Hij antwoordt heelemaal niet op m'n brieven en houdt ook de 1500 frs achter. Hoe moet dat nu?
6.	Ik stuur je dezer dagen m'n eerste nieuwe uitgave, een gedicht van Rob. Franquinet,Ga naar eind5 een zeer jonge knaap, niet onbegaafd, waar Vestdijk zeer apprecieerend over schreef.Ga naar eind6

Met hartelijke groeten ook voor Aty

Sander

eind3: Als vijfde uitgave van Ursa Minor zou in augustus Fabels met kleurkrijt van S. Vestdijk verschijnen.

eind4: Als zesde uitgave van Ursa Minor zou in november Nachtgedaanten van Arthur van Schendel verschijnen.

eind5: In memoriam Maurice Ravel van R. Franquinet zou in februari bij A.A.M. Stols te Maastricht & Brussel verschijnen. Het boekje werd gedrukt bij Boosten & Stols in een oplage van 150 exemplaren. Franquinet maakte zelf de tekeningen en initialen.
De Limburger Robert Marie Philomain Joseph Franquinet (1915-1979) was behalve schrijver ook beeldend kunstenaar en kunstcriticus. In 1933 was hij gedebuteerd met de bundel Het vroege uur . In 1936 had hij voor uitgeverij Leiter-Nypels te Maastricht de bloemlezing Nieuwere klanken van de jongste lichting in Nederland en Vlaanderen samengesteld.

eind6: Op 13 augustus 1937 had S. Vestdijk in de Nieuwe Rotterdamsche Courant de bundel Gracilis van R. Franquinet besproken. Al eerder, op 25 augustus 1936 had hij in de nrc de door Franquinet samengestelde bloemlezing Nieuwere klanken besproken. Aan deze bloemlezing had hij onder de titel Katholieke dichters ook aandacht besteed in zijn poëziekroniek in Groot Nederland 35 (1937) 2 (februari), p. 200-205.