Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

461. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 26 mei 1937¹,²

Beste Alexis,

In haaste

Hartelijk dank voor de afrekening.

Hierbij de Vries: ik vind de geschreven naam mooier dan de handteekening en jij?³ Als we komen (90% kans) is het Vrijdag 11 Juni in gezelschap van Jhr. dr. J.V. de Sturler en gade⁴ met wie wij een autotochtje door de achterhoek maken

Ik krijg een Indische roman veel te lang voor G.N.

Schrijf jij maar eens a/d schrijfster als je er zin in hebt.

Titel:

Wat wij Indië Brachten

door Franciska van Swieten

zijnde mevr. M. Wallig-Roelofsema

65 Fred Hendriklaan Zeist

Als je er wat voor voelt moet je er geen gras over laten groeien, want ze gaat weer weg.

Ik houd het m.s. hier zoolang hier[sic] vast, tot zij mij machtigt het naar jou te zenden.⁵

Heel veel liefs vh.t.h.

geheel je

Jan

1 Gedateerd op grond van het feit dat Greshoff in deze brief antwoordt op Stols' brief van 25 mei (br.460) over een bezoek aan Maastricht en het feit dat R.W. Haentjens Dekker, bij afwezigheid van Stols, Greshoff antwoordt op 27 mei (br.462).

2 Geschreven op briefpapier van Groot Nederland.

3 Op de band van Hendrik de Vries' Atlantische balladen werd in tegenstelling tot de andere uitgaven van Ursa Minor waar de handtekening van de auteur op de band was gestempeld, De Vries' naam in diens handschrift afgedrukt.

4 Jean Victor de Sturler (1907-1979) was een achterneef van E. du Perron. Zijn moeder had in 1932 de zorg voor Du Perrons zoontje Gille op zich genomen; hijzelf werd in 1936 voogd van Gille, in welke hoedanigheid Greshoff regelmatig met hem te maken had.

5 Wat wij Indië brachten van Franciska van Swieten (ps. van M. Wally-Roelofsma, geb. 1903) is niet verschenen.