Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

[p. 287]

419. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 30 oktober 1936¹

30/10 '36

Beste Sandor,

Wil je mij het groote plezier doen een geb. ex. Ged. met inliggend kaartje naar E. Boekman,² Wethouder, Hendrik Jacobszstr. Amsterdam Zuid te zenden. Mag ik erop rekenen?

Ik ben bij Toussaint geweest hij beloofde voor spoedig zijn handteekening en een lijst met adressen van ev.[entueele] koopers. Ik zal er achter heen zitten.

Heb je de nieuwe Kaleidosk.[oop] al ter recensie gezonden. Zoo niet, zend dan Pierrot a/d L. dadelijk naar S. Vestdijk, arts, 12 Cyclaamstr s Gravenh³ en De Pen op h Papier aan D.A.M. Binnendijk 33^III Geleenstr Amst. Zuid.⁴

Hoe gaat de serie?⁵ Ik hoor dat Mauriac nogal loopt.⁶ Succes ermede! Wat is er voor nieuws op komst dit najaar?

De illustraties van La Vie de Jesus zijn zeer mooi.⁷ Ik zal er over schrijven in de ‘Kroniek’.⁸ Heb je eventueel een cliché ter beschikking?

Zou je niet eens aan v Holkema vragen of je gratis een prosp. van mijn verz. Ged. in Gr.N. mag leggen?⁹

In het Jan^nr b.v. Ik zal het hem ook vragen, zoodra ik weet of jij er iets voor voelt en genoeg exx. bezit van gezegd prosp.

Met heel veel liefs van huis tot huis

geheel je

Jan¹⁰

1 Geschreven op briefpapier van de redactie van Groot Nederland.

2 Met de Amsterdamse wethouder van kunstzaken E. Boekman was Greshoff in 1932 in contact gekomen toen M.B.B. Nijkerk een belangrijke schenking bibliofiele boeken aan het Stedelijk Museum te Amsterdam deed. Op 25 november schreef Boekman aan Greshoff: ‘Ik stel het bijzonder op prijs dat U mij Uw bundel “Gedichten” hebt willen doen zenden. Na eerst uit de gedichten te hebben gelezen, las ik de inleiding van Vestdijk. Desondanks waag ik het U te zeggen, dat Uw gedichten gelukkig ook nog door een gewoon mensch genoten kunnen worden.’

3 S. Vestdijk zou Pierrot aan de lantaarn van M. Nijhoff te zamen met een aantal bundels van anderen bespreken in zijn artikel Over plastische poëzie in Groot Nederland 35 (1937) 3 (maart), p. 303-308.

4 D.A.M. Binnendijk zou De pen op papier van M. Nijhoff onder de titel Nijhoff's proza bespreken in Groot Nederland 35 (1937) 3 (maart), p. 260-263.

5 De serie Kaleidoscoop.

6 Van François Mauricac waren twee delen in de reeks Kaleidoscoop verschenen: in 1935 Het einde van den nacht (nr.8) en in oktober 1936 Thérèse Desqueyroux (nr.7). Buiten serieverband was in 1936 bovendien nog Het leven van Jezus verschenen.

7 Het leven van Jezus was geïllustreerd door Hubert Levigne. (Zie br.406 n.3 en ill. p. 279.)

8 In de Kroniek van Hedendaagsche Kunst en Kultuur verscheen geen bespreking door Greshoff van Het leven van Jezus van François Mauriac. (Zie br.406 n.4.)
Greshoff zou met ingang van de eerste aflevering van de tweede jaargang (november 1936) tot en met de laatste aflevering van de vierde jaargang (15 oktober 1939) redacteur van de Kroniek van Hedendaagsche Kunst en Kultuur zijn. (In 1940 zou de titel van het tijdschrift veranderen in Kroniek voor Kunst en Kultuur.)

9 Het is niet vast te stellen of een prospectus van Gedichten 1907-1936 als bijlage bij Groot Nederland is verstuurd.

10 Op de brief is door Stols of een medewerker bij de alinea over de nieuwe Kaleidoscoop bijgeschreven: ‘gez.[onden] 14/11/36’.