Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

413. A.A.M. Stols aan J. Greshoff, 12 oktober 1936¹

Maastricht, 12 October 1936.

Beste Jan,

Het spijt mij te vernemen dat het met je werk, en wat daarmee in verband staat niet zoo erg best gaat.

Indien je dit van eenig nut kan zijn, bied ik je aan eens een tijdje naar Maastricht te komen waar ik een prettige zit-slaapkamer voor je kan inrichten. Wellicht kom je dan in deze andere omgeving eens geheel tot rust.

Ik zal nu maar niet lange[+ r] wachten op het groote prospectus voor Binnendijk,² en het kleine terstond voor afdrukken geven; doch ik doe dit dan ook maar in den vorm van een dubbele briefkaart, hetgeen practischer is.³

De gevraagde recensie-ex. van je Gedichten worden deze week verzonden,⁴ evenals de exemplaren die je mij voor eigen gebruik vroeg. Ik voeg er de twee nieuwe boekjes van Nijhoff⁵ aan toe en zit nu in spanning te wachten op de proeven met de nieuwe inleiding van De wieken van de molen , want ik wacht er op met het verschijnen van De Florentijnsche verhalen , en dit laatste is zeer belangrijk, dus laat mij niet lang wachten.

Ik zelf ben de laatste weken min of meer in de lappenmand geweest wegens gordelroos en heb daardoor ook niet kunnen gaan naar de begrafenis van Slauerhoff.⁶

Inmiddels, met hartelijke groeten van huis tot huis,

Sander

1 Geschreven op briefpapier van A.A.M. Stols' Uitgeversmaatschappij n.v. Directeuren: A.A.M. Stols & R.W. Haentjens Dekker. Groote Looiersstraat 28, Maastricht.

2 Zie br.361 n.8.

3 Het enig bekende prospectus voor Onvoltooid verleden van D.A.M. Binnendijk is een dubbelgevouwen blad met een formaat van 14,5 × 22,5 cm (gevouwen). Een prospectus in de vorm van een dubbele briefkaart is niet achterhaald.

4 Met br.411 stuurde Greshoff aan Stols een niet bij de brief bewaard gebleven lijstje met recensie-exemplaren van Gedichten 1907-1936 mee. Uit het archief van Stols is echter een lijstje in Greshoffs hand afkomstig, waarop de namen staan van degenen die hij vermoedelijk een gebonden danwel gebrocheerd exemplaar van Gedichten 1907-1936 wilde laten sturen; mogelijk is dit het lijstje waarop in deze brief gedoeld wordt. (Nederlands Letterkundig Museum, collectie-Greshoff, sign. g 785 h 3.)
Blijkens dit lijstje moest aan D.A.M. Binnendijk, Menno ter Braak (mede voor Het Vaderland), M.P. Brunt, Robert Peereboom, A. Roland Holst, Arthur van Schendel en J. de Sturler een gebonden exemplaar worden gezonden; aan het Algemeen Handelsblad, J.C. Bloem (voor Den Gulden Winckel), A.J.J. Delen, Jan Engelman (voor De Nieuwe Eeuw), de Haagsche Post, J.M. Haga, M. de Jong, M.S.B. Kritzinger, Charlotte Köhler, W.L.M.E. van Leeuwen (voor Tubantia), Johan de Maegt (voor Het Laatste Nieuws), de Nieuwe Rotterdamsche Courant, M. Nijhoff, A.E. van Rantwijk, Alfons de Ridder, P.H. Ritter Jr. (voor het Utrechtsch Dagblad), H.M. Sandberg (voor Morks Magazijn), Adriaan van der Veen, Het Volk en Hendrik de Vries moest een gebrocheerd exemplaar worden gezonden. S. Vestdijk, ten slotte, zou een gebonden en drie gebrocheerde exemplaren moeten ontvangen.
Hoewel boven Greshoffs lijstje ‘ex. Gedichten aan’ staat geschreven, doet het aantal, ‘volgens afspraak’, aan Vestdijk te zenden exemplaren vermoeden dat dit lijstje voor Gedichten 1907-1936 bedoeld was. Hierin werd immers de inleiding van Vestdijk opgenomen.

5 Pierrot aan de lantaarn en De pen op papier .

6 J. Slauerhoff was op 5 oktober te Hilversum overleden. Hij werd op 8 oktober te Driehuis-Westerveld gecremeerd. In de aan de nagedachtenis van Slauerhoff gewijde novemberaflevering van Groot Nederland is een beknopt verslag van zijn crematie opgenomen (p. 477), waarin vermeld staat dat Stols door ziekte verhinderd was geweest de plechtigheid bij te wonen.