Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

375. A.A.M. Stols aan J. Greshoff, 28 april 1936¹

[Maastricht] 28-4-36

Beste Jan,

Gisteren heb ik de eerste volledige proef van Binnendijk² vluchtig gecorrigeerd en gereedgemaakt voor opmaken. Je kunt de proeven nu spoedig tegemoetzien. Maar zorg dat ik voordien de blokjes voor titelpagina en colophon ontvang.

Over Vestdijk ³ en 's Gravesande⁴ praten wij dus nog nader.

Mijn ex Wieken v.d. Molen heb ik teruggevonden. Het is nu bij den heer H.D. ter lezing. Zou je de inleiding van J.v.N. wel weglaten.⁵

1 Geschreven op briefpapier van A.A.M. Stols' Uitgeversmaatschappij n.v. Directeuren: A.A.M. Stols & R.W. Haentjens Dekker. Groote Looiersstraat 28, Maastricht.

2 Onvoltooid verleden.

3 Mogelijk Fabels met kleurkrijt.

4 Zie br.369 n.3.

5 Zie br.370 n.6.

[p. 260]

Beversluis: liever had ik een oorspronkelijke bundel van hem gehad, maar als hij schappelijk is kan een bundel ± als die van jou in de Kaleidoscoop wel succes hebben.⁶

Rost: hoor ik nog wat naders van hem?

Dat is dat

Verboom: ik zit zelf op zwart zaad en heb helaas nog bijna alle ringen in voorraad. Maar alles komt terecht.

Met h.gr. v.h.t.h.

je

Sander

P.S. Heb je de circulaire betr. J.C.B. ontvangen?⁷

6 Zie br.371 n.4.

7 Mogelijk betrof het hier een niet-achterhaald prospectus voor een nieuwe bundeling van gedichten van J.C. Bloem. Vanaf juli zou Bloem over deze bundel met Jan van Krimpen onderhandelen. De bundel, De nederlaag, zou uiteindelijk in mei 1937 bij Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem verschijnen. (Zie A.L. Sötemann, Over de dichter J.C. Bloem, Amsterdam 1974, p. 50-51; en J.C. Bloem, Gedichten (ed. A.L. Sötemann/H.T.M. van Vliet), dl.2, Amsterdam 1979, p. 147-150.)