Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

361. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 16 maart 1936¹

Maandag 16/3 '36

Beste Sander,

Hierbij de complete text voor N^o 1 (Binnendijk)² en N^o 2 (Vestdijk)³ van de Ursa

1 Geschreven op briefpapier van de redactie van Groot Nederland.

2 Onvoltooid verleden.

3 Als tweede uitgave van Ursa Minor zou in april 1937 De doode die zich niet verhing van F.V. Toussaint van Boelaere verschijnen. Fabels met kleurkrijt zou als vijfde uitgave verschijnen. Mogelijk gaat het hier echter over een andere tekst. (Zie br.357 n.2.)
De beslissing om Vestdijk uit te stellen werd genomen op 17 april. Er is geen correspondentie tussen Vestdijk en Greshoff hierover bewaard gebleven.

[p. 251]

Minora. We zouden 1 zoo graag vóór 1 Juni (Ni) kant en klaar hebben.

Ik had eerst gedacht proza in kleiner formaat. Net als Palladium. Maar bij nader inzien geloof ik tocht[lees:toch] dat één formaat het beste is

En dan iets smaller dan het groote Palladium.

Een mooi, hoog, smal formaat.⁴

Ik ga nu spoedig aan de gang voor de text van iii⁵ en iv.⁶

Op iedere band komt de handteekening en de titel op de rug.

Hierbij de handteekening van Binnendijk.

Woensdag en donderdag ben ik in Luxemburg.

Zoodra ik terug ben zal ik je text voor 3 prosp. sturen:

1	Ursa Minora in het algemeen^7
2	voor Binnendijk^8
3	voor Vestdijk.^9

Wat is er toch met je Thérèse gebeurd??? Is dat boekje nog steeds niet uit???¹⁰ Laat mij spoedig iets hooren.

Met veel liefs v.h.t.h.

geheel je

Jan

4 De uitgaven van Ursa Minor hebben alle het formaat 15 × 23,5 cm.

5 Als derde uitgave van Ursa Minor zou in september 1937 de bundel Atlantische balladen van Hendrik de Vries verschijnen.
Het is niet geheel duidelijk of er op dit moment al sprake was van Atlantische balladen van De Vries als uitgave van Ursa Minor. Op 15 en 17 april (br.369 n.3 en br.370 n.4) zou als mogelijke uitgave ‘het boekje van Pannekoek’ ter sprake komen, op 13 mei (br.379 n.7) ‘een verhaal van Arondeus’ en op 16 augustus (br.397 n.6) ‘een werkjen in proza’ van Greshoff. Pas in oktober is het eerste bewaard gebleven contact over De Vries' bijdrage aan Ursa Minor.

6 Als vierde uitgave van Ursa Minor zou in april 1938 Mephistophelisch van Menno ter Braak verschijnen.
Aanvankelijk suggereerde Greshoff als uitgaven van Ursa Minor een tekst van G.H. 's-Gravesande, een verhaal van Willem Arondéus en een prozatekst van zichzelf (zie n.5), en in 1937 bundels van I.I. Brants en Herman van den Bergh. Pas op 4 november 1937 (br.515) is voor het eerst sprake van kopij van Menno ter Braak voor Ursa Minor.
Er is uit deze periode geen correspondentie tussen Greshoff en Ter Braak bewaard gebleven.

7 Er bestaat een prospectus ‘Ursa Minor [.] Een reeks luxe-uitgaven welke verschijnt bij A.A.M. Stols' Uitgevers-Mij [,] Maastricht [.] Prospectus deel 1, 2 & 3’. Deze dateert echter van ná april 1937, want als tweede, inmiddels verschenen uitgave staat in dit prospectus De doode die zich niet verhing van F.V. Toussaint van Boelaere vermeld, en als derde, te verschijnen uitgave Atlantische balladen door Hendrik de Vries.

8 Er is ons alleen een prospectus voor Onvoltooid verleden bekend die verschenen moet zijn na gereedkoming van de bundel. Deze prospectus behelst aanhalingen uit de kritieken die H. Marsman en Menno ter Braak over de bundel schreven in resp. De Groene Amsterdammer van 3 oktober en Het Vaderland van 6 oktober.
In de nalatenschap van D.A.M. Binnendijk bevindt zich een door Stols vervaardigd typescript van dit prospectus.

9 Er is geen prospectus gemaakt van Fabels met kleurkrijt.

10 Bedoeld is Thérèse Desqueyroux van François Mauriac, dat aanvankelijk in 1935 zou verschijnen. (Zie br.320 n.2.)