Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

173. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 20 juni 1927¹

Bergen.

Beste Sander,

Zooeven zat ik met Jany en Dé Essers² te praten over de rijmprenten. Jany wil geven: ‘Van een Kindje’ uit ‘Voorbij de Wegen’ met houtsnede v.E.³

Succes verzekerd!

Stuur een rijmprent: ‘de Vaders’ aan B. Essers Bergen-Binnen om eens te kijken en geef hem dan precies het formaat van het blok op. Dit kan naar mijn meening iets grooter zijn dan dat v. Franken, omdat de text van Jany kleiner is en omdat Essers wel een flink formaat noodig heeft.

Schrijf den heeren dadelijk; want Essers gaat 10 July naar Bretagne en wou het blokje vóór dien tijd àf hebben.

Ik geloof dat ik je hier iets prima's bezorg.

Met vele hart.gr.

je

Jan

1 Dag en maand in de datering zijn ontleend aan een bijschrijving in Stols' hand; het jaar is vastgesteld op grond van de inhoud van de brief.

2 De graficus Bernard Essers (1893-1945).

3 Greshoff bedoelde waarschijnlijk het gedicht Het kindje (‘Waar het kindje slaapt’) dat was opgenomen in A. Roland Holsts bundel Voorbij de wegen die in 1920 bij C.A.J. van Dishoeck te Bussum was verschenen. Het gedicht droeg bij eerste publikatie in 1917 in De Gids geen titel. Stols heeft geen rijmprent uitgegeven van dit gedicht.
In juli zou Holst aan Greshoff schrijven: ‘Dee Essers probeerde een houtsnede voor mijn gedichtje, maar kon 't niet krijgen zooals hij 't wou en gaf 't op; jammer. Ik zal 't Stols schrijven, dan kan hij 't een ander opdragen.’
In 1929 zou Stols als vierde van de reeks Rijmprenten & Planodrukken een rijmprent van het gedicht De stervende van A. Roland Holst uitgeven met een tekening van W. Arondéus.