Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

146. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 5 januari 1925¹

Arnhem, 5 Januari 1925

Beste Sander,

Wil mij nog even schrijven of het Mevrouw Stols schikt dat wij komen: Dinsdag, 13 Januari, om 1.55. a.m. te Maastricht.

Dat wij dan blijven Dinsdag en Woensdag, en Donderdag met de vroege trein naar Brussel gaan, om Zaterdag weer in Maastricht terug te keeren. en Zondag naar Arnhem te gaan.

Indien hiertegen éénig bezwaar is, meld het dan vrijmoediglijk.

Wil zoo vriendelijk zijn om nog 3 exx. Jv. N-no te zenden aan Georges Vriamont 86 Rue de la Montagne 86 Bruxelles.

Als je wilt kun je in verbinding met Aveline uitgeven (in het Fransch) Vermeylen,

Le Juif errant met houtsneden van Daragnès!² Wend u dadelijk tot Vriamont om nadere inlichtingen

Stuurt gij mij dezer dagen een Schaduw en een ex vSch. It[aliaansche] Sted[en] op Holl.?

Wilt gij de clichés van Jv.N.-Willem Paerels en JvN. met mij in den tuin zenden

1 Geschreven op briefpapier van Palladium.

2 De schilder en illustrator Jean-Gabriël Daragnès (1886-1950) illustreerde veel bibliofiele Franse uitgaven. Hij drukte bovendien voor bibliofiele genootschappen als Le Cent-Une en Les Bibliophiles du Palais. In 1921 was hij met een aantal anderen een eigen pers begonnen onder de naam La Banderole.
Een Franse vertaling van August Vermeylens De wandelende Jood (1906) was in 1911 in de Mercure de France gepubliceerd; van deze vertaling was in het zelfde jaar een overdruk in een oplage van 100 exemplaren in de handel gebracht. In 1925 zou bij La Renaissance du Livre te Brussel een tweede Franse uitgave verschijnen. (Zie Rob. Roemans, Het werk van prof. dr A. Vermeylen, Amsterdam 1953, nrs.538 en 542.)
Claude Aveline zou noch alleen noch in verbinding met Stols een Franse editie van De wandelende Jood publiceren. (Zie de bibliografie in Gabriel Jacobs, Claude Aveline: A publisher of fine editions in the Paris of the 1920s, in Publishing History 12 (1982), p. 13-15.)

[p. 104]

Gerard van Eckeren (rechts) en Greshoff, Laren 1926.

Eerste aflevering van Den Gulden Winckel nadat Greshoff in de redactie was opgenomen, januari 1925. Het nieuwe omslag was ontworpen door Jan van Krimpen.

V.l.n.r.: Stols, Reimond Herreman, Maurice Roelants, Marcelle Meyer (een met Darius Milhaud bevriende Franse pianiste), Karel Leroux en Greshoff, ca. 1928.

[p. 105]

aan Morks Magazijn Dordrecht, voor een art. over J.v.N en over no.³ Er is haast bij!

Is Talvart al gezet?⁴

En, Sandertje lief, klaart de horizon al weer wat op?

Sterkte en het beste

Schrijf even per omgaande

Veel liefs ook v Aty

geheel je

Jan

3 In De Witte Mier 1 (1924) 10 (15 december), t.o. p. 464 was een tekening door Willem Paerels van Jan van Nijlen uit 1924 gereproduceerd; t.o. p. 482 was in dezelfde aflevering een foto van Van Nijlen en Greshoff, genomen in de zomer van 1924 te Arnhem, afgedrukt.
In Morks' Magazijn zou geen artikel aan Jan van Nijlen worden gewijd.

4 In De Witte Mier 2 (1925) 1 (15 januari), p. 18-27 zou Een voorganger van Léon Bloy: Graaf Roselly de Lorgues van Hector Talvart verschijnen.