Reimond Herreman.
Geboorte van het licht.
God schiep in de duisternis
vrouw en man, water en visch,
parasieten, kaf en koren,
en de slang die, met venijn,
siste: ‘zijn of niet te zijn!’
En toen God in beemd en poelen
't wonder leven zag krioelen
docht hem 't aardsche paradijs
schier volmaakt, doch wat te grijs.
In zijn geest ontvlamden beelden
van nog ongekende weelden.
Als een slaper die ontwaakt,
waar de droom het leven raakt,
en in 't licht nu wil aanschouwen
de vampieren en de vrouwen
die hem bonden in hun macht,
- aan de ruit aarzelt de nacht,
zal de zonne niet meer klaren?
zingt geen vogel in de blaren?
zoo trok God zijn oogen wijd,
en hij heeft het woord gezeid
dat de wereld nog eens baarde:
‘'t Weze licht!’ sprak hij, en 't klaarde.
Uit: ‘De Roos van Jericho’.
A.A.M. Stols, Maastricht.