letterkunde is een weerspiegeling van het leven. Het leven is onafgebroken wijziging. De letterkunde dus ook!
Dat de Tachtigers met een opgezweepte heftigheid hun voorgangers verwierpen, behoeft voor een veel later geslacht geen reden te zijn hun misschien begrijpelijke onrechtvaardigheden klakkeloos over te nemen.
Wat ik zo gaarne zou zien, wat naar het mij voorkomt nuttig en rechtvaardig zou zijn is: een reeks (naar Spectrum's voortreffelijk voorbeeld) bevattende uitsluitend heruitgaven (voor lezers van nú op alle mogelijke wijzen aantrekkelijk gemaakt) van de schatten onzer letterkunde, welke in openbare boekerijen verborgen, voor de gewone lezer moeilijk bereikbaar zijn. Romans, korte verhalen, essays, reisbeschrijvingen en gedichten van de vroegste tijden tot (om een grens te stellen) bijvoorbeeld negentienhonderd.
Ik ben zo driest te volharden in mijn overtuiging dat overheidsgelden aldus besteed, oneindig meer nut zouden opleveren ten bate van de Nederlandse beschaving en het Nederlands lezersvolk, voor zover het tot deze aangelegenheden voorbestemd is, dan de reisbeurzen, toelagen, prijzen, geschenken en opdrachten aan penvoerders die maar al te dikwijls hun sporen nog verdienen moeten en die in elk geval de moed en de geestkracht behoren te bezitten, zo de pen niet in hun nooddruft kan voorzien, de handen uit de mouwen te steken en aan een eerzaam beroep de bescheiden welstand te ontlenen, welke de letterkunde hun onthoudt. Zijn die de staatsruif met hooi vullen en zij die er uit leven, vergeten één wezenlijke grondregel door de ervaring der eeuwen geleerd: dat een belangrijke en boeiende beschaving, een sterke, blijvende kunst nooit door broeikasmethoden ontstaan is. Kunst van betekenis eist nu eenmaal, ten einde zijn volle ontwikkeling te bereiken, tegenwerking en ontbering, angst en leed. Dekker - ik herhaal dit met opzet - had geen aanmoediging en geen steunbedrag nodig om, in afschuwelijke omstandigheden, een meesterwerk te scheppen. Een Mallarmé was leraar, een Valéry secretaris van een persbureau voor hij professor werd, een Fargue handelde in aardewerk. Heeft deze bedrijvigheid hun letterkundige gaven geschaad? Nie-