Op den appelboom.
DOor den Appelboom, onder de Boomen des wouds, werd onze Zaligmaaker verstaan, by de Bruyd, Cant:2.v.3. daarom wy de verlossinge daar by vergelijken, want de verlosser zal uyt Zion komen ende zal de Godloosheeden afwenden van Jacob, hadde de Schrift voorzegt, te zien. Rom.11.v.26. uyt wiens Dood de Vrugten spruyten tot Verlossinge, dit is de Boom des Leevens voortbrengende twaalf Vrugten: ende de blaaderen des Booms waaren tot Geneezinge der Heidenen. Apoc.22.v.2. en tot teegen gift van die Doodelyke na smerte van Adams Appel beet: waar van ons de Heere Christus alleen verlost, op dat geen Vleesch zoude Roemen voor God; maar uyt hem zyt gy in Christo Jezu, die ons geworden is Wysheid van Gode, ende Regtveerdigheid, ende Heiligmaakinge, ende Verlossinge. Op dat het zy, gelijk geschreeven is, die Roemd, Roeme in den Heere.1Cor.1.v.29. in den welke wy de Verlossinge hebben door zyn Bloed, Namelijk, de vergeevinge onzer Zonden. Col.1.v.14. die ons ook zijn Geest ten onderpand gegeeven heeft, in welken gy ook, na dat gy Geloofd hebt, zyt verzeegeld geworden met den Heiligen Geest der beloften: die het onderpand is van onze Erfenisse, tot de verkreegene verlossinge, tot Prys zijner Heerlykheid. Eph.1.v.13. derhalven vermaand Paulus, zoo bidde ik dan, ik de gevangene in den He[e]re, dat gy wandeld weerdiglijk de Roepinge, met welke gy geroepen zyt: ..... ende bedroefd den Heiligen Geest Gods niet, door welken gy verzeegeld zyt tot den Dag der Verlossinge. Eph.4.v.1...30. ô! dat onze Ziele dog met de Bruyd zegge! hy voerd my in het Wynhuys, ende de Liefde is zyne Baniere [o]ver my. Ondersteund gy lieden my met de Flessen, versterkt my met de Appelen: want ik ben Krank van Liefde. Cant.2.v.4.
Heillooze Boom! bevrugt met kwaad,
Het Kruys (uw tegenbeeld) verzaad,
Geneesd, Verlost, en sterkt in Nood,
Door kragt der Vrugt van Christi Dood.