Erato
(1646)–Leonardus Gouwerak– Auteursrechtvrijomhelst van verscheyde minne-deuntjes, sangh-rijmpjes ende nieu-quelige veersjens
[pagina 130]
| |
Stemme: ‘t Vinnigh stralen.Kyck hoe gaet Doyfilo heen,
Of hy mijn niet kende,
Nu gaet hy met Granyda treen,
Hoe kan de Fortuyn aan-wende
2. Doryla was eer sijn hart,
De seyl-steen van sijn sinne
De genees-middel voor sijn smart,
De oorspronck van sijn minne.
3. Denckt ghy wel, wat ghy hebt geseyt,
Of acht ghy niet de woorden,
Om dat het hert veer van de tongh leyt,
Dat de tongh mijn bekoorden.
4. Gaet Deyfilo, ‘k wens u geluck,
Ick en sal u niet houwen,
| |
[pagina 131]
| |
Beleght wel u begonnen stuck,
Dat het u niet wort berouwen.
|
|