De school der poëzie(1897)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] [Ergens moeten toch zijn de lichte watren van haar oogen -] Ergens moeten toch zijn de lichte watren van haar oogen - Mijn handen zijn zoo heete en drooge - en het lichte water van haar stem - mijn keel is in dorre klem. Het kan toch zoo altijd niet duren met de brandende uren - mijn stem is schor, mijn oogen dor. Vorige Volgende