De school der poëzie(1897)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] [De boomen waren stil,] De boomen waren stil, de lucht was grijs, de heuvelen zonder wil lagen op vreemde wijs. De mannen werkten wat rondom in de aard, als groeven ze een schat, maar kalm en bedaard. Over de aarde was waarschijnlijk alles zoo, de wereld en 't menschgewas ze leven nauw. Ik liep het aan te zien bang en tevreden, mijn voeten als goede lien liepen beneden. Vorige Volgende