Verzamelde werken. Deel 4. Episch werk
(1950)–Herman Gorter– Auteursrecht onbekend
[pagina 253]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verantwoording | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nadat de eerste en de derde zang van Een klein Heldendicht door Gorter gepubliceerd waren in De Nieuwe Tijd, jaargang XI, respectievelijk bl. 93-100 en bl. 165-169, verscheen de volledige uitgave in 1906 bij W. Versluys te Amsterdam. Het is een klein boekje van 13½ bij 20 cM, gebonden in wit linnen met naam en titel in goud; de omvang is 104 bladzijden. De tweede gewijzigde druk, in ongeveer gelijke verzorging, kwam bij dezelfde uitgever in 1908 van de pers. Ofschoon de tekst in spelling, interpunctie en woordkeus verschillende varianten vertoont, ontstond het grootste onderscheid minder door verandering dan wel door schrapping. Verdwenen zijn de navolgende verzen:
Daarentegen werden toegevoegd: een voorrede, vier illustraties, en twee versregels, namelijk:
De illustraties, ontleend aan thans verloren muurschilderingen van R.N. Roland Holst, waren achtereenvolgens geplaatst vóor zang I, in zang IV, in zang V, en vóor zang VIII. In deze uitgave der volledige werken zijn ze, evenals Gorters voorrede, als bijlage opgenomen. De derde druk, opnieuw belangrijk gewijzigd, is te vinden in het tweede deel van Gorters Verzen, dat in 1916 bij W. Versluys te Amsterdam verscheen. Overblijvende exemplaren van deze oplaag zijn later door de firma C.A.J. van Dishoeck te Bussum in de handel gebracht in een band met als titel: Een klein Heldendicht en andere verzen. Een klein Heldendicht staat op bl. 31-101, tussen twee groepen van lyrische gedichten in: een indeling die geen verband houdt met de chronologische orde van ontstaan. De beide, in 1908 toegevoegde versregels werden gehandhaafd, maar de voorrede en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de illustraties zijn verdwenen. Behalve de reeds in 1908 geschrapte verzen werden nu bovendien verwijderd:
Behalve de gewone exemplaren, die naast deze schrapping ook nog een aantal kleine varianten vertonen, bestaan er van deze druk enkele met uiterst merkwaardige afwijkingen: het duidelijkste onderscheid vindt men op bl. 98, waar zulk een exemplaar aanvangt met een passage van twee verzen, in plaats van drie, door het ontbreken van zang VIII vers 215: en zij luisterde naar zijn droom gebogen. De vierde druk van Een klein Heldendicht is opgenomen in deel II van De School der Poëzie, uitgegeven door C.A.J. Dishoeck te Bussum, in 1925. De tekst is vrijwel gelijk aan die van 1916. De nieuwe uitgave van Een klein Heldendicht in Herman Gorters Verzamelde Werken vormt dus de vijfde druk.
Deze vijfde druk stemt nauwkeurig overeen met de eerste, behoudens de navolgende afwijkingen:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorts zijn in IV: 73, V: 95, V: 128, VI: 89, VIII: 169 en VIII: 187 kleine drukfouten inzake de interpunctie terloops verbeterd.
De tekst van Pan, zoals die in dit deel van Gorters Verzamelde Werken voorkomt, is geheel overeenkomstig de eerste uitgave, welke in 1912 bij W. Versluys te Amsterdam verscheen; alleen werden de volgende spel- of drukfouten verbeterd:
Onder elk der drie lyrische liedjes: De schoone schelp op de kust; Groot zweeft de witte meeuw; en: O, schoonheid, gij zijt niets, vindt men in de editie-1912 twee regels punten, die uit litterair | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
oogpunt overbodig en uit typografisch oogpunt storend zijn, en derhalve thans werden weggelaten. Op bl. 77, 81, 85 en 86 van de editie-1912 laat Gorter een nieuwe passage op een nieuwe pagina beginnen, terwijl op bl. 66 en 74 een nieuwe passage wordt voorafgegaan door een ongewoon brede interlinie. In al deze zes gevallen hebben wij de tekst bovenaan de bladzijde doen aanvangen. Het tevoren gepubliceerde fragment over de staking, dat Gorter in zijn voorbericht vermeldt, is verschenen in het weekblad De Tribune van 27 April 1912. Het omvat de tekst van: ‘Strak straalde 't blauwe weg’ (bl. 158) tot: ‘Zoon van Vrijheid en van de gouden Zon’ (bl. 163), met uitzondering van de drie verzen onderaan blz. 162. De varianten blijven beperkt tot enkele leestekens. In Pan komen een veertigtal lyrische gedeelten voor, zoals in de hierna volgende alphabetische opgave is aangeduid. Met uitzondering van een enkel gedicht dat van eerdere datum is, werd deze lyriek geschreven in de jaren 1906-1911. Ze sluit dus onmiddellijk aan bij de laatste verzen uit: De School der Poëzie. G. Stuiveling. |
|