| |
| |
| |
In memoriam Dr. Jos Molemans
Op 3 september 1994 overleed te Sint-Katelijne-Waver dr.
Jos Molemans. Hij was geboren te Neerpelt op 17 december 1938. Jos Molemans studeerde
germaanse filologie te Leuven van 1957 tot 1961. In dat
laatste jaar behaalde hij er de licentiaatstitel. Hij promoveerde in Leuven in
1972 met een studie over de toponymie van Overpelt en
Neerpelt. Van 1961 tot 1970 was hij leraar middelbaar onderwijs te Zonhoven en later van 1977 tot 1986 aan de Provinciale
Middelbare Normaalschool en het Provinciaal Hoger Instituut voor Kunstonderwijs
te Hasselt. De jaren tussen deze twee perioden heeft
hij helemaal aan de wetenschap kunnen wijden, o.a. als Aangesteld Navorser van
het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. Deze activiteit heeft
indrukwekkende resultaten opgeleverd: elf boeken waarin de toponymie van telkens
een Limburgse gemeente wordt behandeld, in volgorde: Kaulille, Kleine-Brogel, Neerglabbeek, Bocholt, Ellikom, Niel-bij-As, Neerpelt, Overpelt,
As, Sint-Huibrechts-Lille
en Wijchmaal. Daarnaast schreef hij | |
| |
in die periode een dertigtal artikelen over toponymische en regionaal-historische
onderwerpen. In een deel van die periode had hij nochtans een specifieke
wetenschappelijke opdracht te vervullen, die eveneens tot een goed einde is
gebracht: de combinatie van alle gegevens uit Vlaamse toponymische studies,
vooral licentiaatsverhandelingen, tot een raadpleegbaar geheel, waaruit een
Vlaamse toponymische atlas kan worden vervaardigd: het z.g. Corpus
Molemans-Thiry.
Na 1977 heeft Jos Molemans nog enkele andere boeken geschreven, waaronder vier
naamkundige, gedeeltelijk in samenwerking met anderen: over Valkenswaard, Reppel, Zonhoven en Opglabbeek. Verder schreef hij nog twee boeken met een
eerder historisch karakter: over het onderwijs in Wijchmaal en over Herk-de-Stad in de 17de en 18de eeuw, en niet te vergeten
een
Gids bij het historisch toponiemenonderzoek
, vrucht van zijn detachering naar het Rijksarchief te Hasselt vanaf
1986. Zijn ononderbroken wetenschappelijke activiteit en zijn verbazende
werkkracht blijken verder uit de voortzetting van de reeks opstelllen die hij
publiceerde.
Na zijn detachering naar het Rijksarchief werd hij in 1992 gedetacheerd naar het
Instituut voor Naamkunde en Dialectologie te Leuven, waar hij als redacteur van
het
Woordenboek van de Limburgse Dialecten
werkte van het voorjaar van 1992 tot september 1993, toen hij
ongeneeslijk ziek werd. Tot dan toe was hij vooral als naamkundige bekend
geworden; daarbij was wel het accent geleidelijk van de taalkunde naar de lokale
en regionale geschiedenis verschoven. Toen hij te Leuven een
dialectologisch-lexicografische opdracht kreeg, wat betekent dat hij zich
voortaan met een verwante, maar toch van het vorige verschillende discipline
moest bezighouden, heeft hij zich met een bewonderenswaardige energie in zijn
nieuwe taak ingewerkt: in minder dan anderhalf jaar voltooide hij een
omvangrijke aflevering van de woordenschat in verband met het paard en leverde
nog een belangrijk aandeel aan een tweede aflevering, over het paardetuig. Het
mag een troost zijn dat hem negen dagen voor zijn overlijden nog het eerste
gedrukte exemplaar van de door hem geredigeerde aflevering door prof. J.C.
Jansen van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg en door mij kon worden
overhandigd.
Jos Molemans heeft de voldoening gehad dat de waardering voor zijn werk
herhaaldelijk in de toekenning van prijzen tot uiting is gekomen. In 1973
ontving hij de prijs voor Taalkunde van de Koninklijke Academie voor Nederlandse
Taal- en Letterkunde, in 1977 de Prof. Bormansprijs van het Veldeke-Leën-comité
te Hasselt, in 1981 de Prijs Ere-Gouverneur Roppe, toegekend door de Limburgse
Provincieraad, en in 1984 de Noordstarfonds- Dr. Jan Graulsprijs van de
Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Hij heeft ook
belangrijke functies bekleed, waarvan ik er drie vernoem: het
ondervoorzitterschap (wat praktisch betekent: het voorzitterschap) van de
Provinciale Limburgse Commissie van advies voor | |
| |
de Straatnaamgeving,
het lidmaatschap van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie en
het ondervoorzitterschap van de Federatie van Geschied- en Oudheidkundige
Kringen van Limburg.
In de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde behoorde hij tot de
stichtende leden. Van bij de oprichting in 1975 tot in 1982 heeft hij een
centrale bestuursfunctie bekleed, die van secretaris en deze taak heeft hij met
grote toewijding vervuld. Nadat hij gemeend had die functie te moeten
neerleggen, was hij minder bij de organisatie betrokken, maar de Vereniging
bleef van zijn wetenschappelijke bedrijvigheid profiteren doordat zij geregeld
studies van zijn hand in haar Mededelingen kon opnemen. Sinds
het einde van de jaren tachtig nam hij weer actiever aan het leven van de
Vereniging deel. Hij is op onze congressen en colloquia herhaaldelijk als
spreker opgetreden, het laatst in 1992 te Borgloon met een voordracht over het
graafschap Loon tussen Brabant en Luik. In het Woeringen-nummer van onze Bijdragen gaf hij een oorkonde van Filips de Schone uit 1289
uit, waarin deze Franse koning als bemiddelaar tussen de partijen van de
Limburgse successieoorlog optrad. In onze Mededelingen
verschenen niet minder dan elf nummers die hij heeft geschreven, uitgegeven of
waaraan hij een bijdrage heeft geleverd. Hij schreef de nummers 1
Mensen, namen en nummers
, 6
Profiel van de Kempische toponymie
en 19
Toponymie van Wijchmaal
, hij gaf de referaten van het vijfde, zesde en zevende congres uit in
de nummers 20, 23 en 25; in twee van die drie nummers verscheen ook een bijdrage
van zijn hand:
De Kempische toponymie, eenheid in verscheidenheid
in het nummer over de begrenzing van de Kempen en
De nederzettingsnamen in het land van Vogelzang
in het nummer over dat gebied. Ook in nr. 28 verscheen een bijdrage van
zijn hand:
Erfnamen functioneler dan familienamen in oostelijk
Belgisch-Limburg
. Verder schreef hij nog de nummers 30, 36, 66 en 68, het eerste als
co-auteur. Die nummers handelen respectievelijk over: De
jeneverstruik in de Kempen en de naam Wechelderzande,
Naamgevingsfactoren in de Kempische toponymie, geïllustreerd aan
Opglabbeek, Meting van de heerlijkheid Gruitrode-Solt
(1792-1794) en
Loon tussen Brabant en Luik. Teloorgang en toch behoud van
eigen identiteit
.
Onze Vereniging heeft alle reden om deze harde werker, die een begaafd
naamkundige, historicus en dialectoloog was, die voor Limburg veel gedaan heeft
en een deel van zijn beste krachten aan onze doelstellingen heeft gewijd,
dankbaar te gederikenGa naar voetnoot(*).
Prof. Dr. Jan Goossens
| |
| |
| |
Bibliografie van Dr. Jos Molemans
1969 | Het probleem van het lokaliseren van toponiemen, in: Naamkunde 1, 1969, blz. 45-52. |
1970 | Historisch verantwoorde straatnaamgeving, in: Limburg 49, 1970, blz. 57-61. ‘Kamp’ en ‘Look’ in een
menggebied, in: Naamkunde 2, 1970, blz. 13-33.
Van persoonsnaam naar toponiem, in: Naamkunde 2, 1970,
blz. 192-207. |
1971 | De naamgeving in relatie tot de bodemgesteldheid, het reliëf en de
begroeiing, in: Naamkunde 3, 1971, blz. 163-185. |
1972 | Intern- en extern-lokalizerende voorzetsels bij Limburgse toponiemen,
in: Naamkunde 4, 1972, blz. 161-206. De machinale
bewerking van het onuitgegeven Zuidnederlands toponymisch materiaal, in:
Naamkunde 4, 1972, blz. 243-260. |
1973 | Limburgse plaatsnamen. Dl. 1: Kaulille.
Leuven-Brussel, 1973, VIII-115, 4 kaarten |
| |
| |
| [Toponymica.
Bijdragen en bouwstoffen uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde te
Leuven, XXII]. Adjektievische -er-afleidingen bij toponiemen, in:
Naamkunde 5, 1973, blz. 134-159. Bijdrage tot
de bewonings- en ontginningsgeschiedenis van de Limburgse Kempen,
voornamelijk in het licht van de naamvoorraad, in: Naamkunde 5, 1973, blz. 270-332. (& H. DRAYE),
Naamkundig repertorium, in: Naamkunde 5, 1973, blz.
406-415. Huisnamen te Kaulille, in: Limburg 52,
1973, blz. 72-81. Plaatsnamen op -is in de Limburgse Kempen, in:
Limburg 52, 1973, blz. 183-192. Kempische
buurtschappen en hun benaming, in: Limburg 52, 1973,
blz. 255-265. Stand en perspectief van het naamkundig onderzoek in
Limburg, in: Het Oude Land van Loon 28, 1973, blz.
161-196. |
1974 | Limburgse plaatsnamen. Dl. 2: Kleine-Brogel.
Leuven-Brussel, 1974, IV-83, 2 kaarten [Toponymica. Bijdragen en
bouwstoffen uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde te Leuven, XXII].
Limburgse plaatsnamen. Dl. 3: Neerglabbeek.
Leuven-Brussel, 1974, IV-36, 1 kaart [Toponymica. Bijdragen en
bouwstoffen uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde te Leuven, XXII
- Ook verschenen onder de titel De plaatsnamen van
Neerglabbeek. Een socio-linguïstisch naamkundig onderzoek in:
Naamkunde 6, 1974, blz. 1-36]. Die
Erforschung der Limburgischen Toponymie, in: Onoma 18,
1974, blz. 470-476. De stand van het toponymisch onderzoek in de
Kempen en de eigen inbreng van de toponymie bij de Kempische landschaps-
en bewoningsgeschiedenis, in: Brabants Heem 26, 1974,
blz. 112-123. De naam (Neer-, Over-)Pelt, in: Limburg 53, 1974, blz. 36-37.
|
| |
| |
| Van Goorlo tot Goolder, in: Limburg 53,
1974, blz. 77-78. De naam Tervant en verwanten, in: Limburg 53, 1974, blz. 199-200. |
1975 | Naamkunde als hulpwetenschap voor de plaatselijke
nederzettingsgeschiedenis. Proeve van onderzoek gebaseerd op de
plaatsnamenvoorraad van de Limburgse gemeente Ellikom, in: Annalen van het XLIIIde Kongres van de Belgische Federatie der
Kringen voor Oudheidkunde en Geschiedenis (Sint-Niklaas, 1974).
Sint-Niklaas, 1975, blz. 589-598.
Limburgse plaatsnamen. Dl. 4: Ellikom. Leuven-Brussel,
1975, IV-30, 5 kaarten [Toponymica. Bijdragen en bouwstoffen uitgegeven
door het Instituut voor Naamkunde te Leuven, XXII]. (& E.
PAULISSEN), Limburgse plaatsnamen. Dl. 5: Niel-bij-As.
Leuven- Brussel, 1975, IV-57, 1 kaart [Toponymica. Bijdragen en
bouwstoffen uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde te Leuven, XXII
- Ook verschenen in: Naamkunde 7, 1975, 30-81].
Toponymie van Bocholt. Bewonings- en landschapsgeschiedenis
van Bocholt in het licht van zijn plaatsnamen. Leuven-Brussel,
1975, 209 blz., 4 kaarten [Nomina Geographica Flandrica. Studiën en
Monographieën uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde te Leuven,
Monografie VIII - Ook uitgegeven door het Gemeentebestuur van Bocholt
onder de titel: Toponymie van Bocholt. Bewonings- en
landschapsgeschiedenis van Bocholt in de spiegel van zijn
plaatsnamen].
Toponymie van Neerpelt. Een socio-geografisch
onderzoek. Leuven-Brussel, 1975, 261 blz., 5 kaarten [Nomina
Geographica Flandrica. Studiën en Monographieën uitgegeven door het
Instituut voor Naamkunde te Leuven, Monografie IX - Ook verschenen in:
Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie
en Dialectologie 48, 1974, blz. 33-294]. Naamkunde en
Kempische milieustudie, in: Ons Heem 29, 1975, blz.
182-188. Brustem toponymisch doorgelicht, in: Het Oude
Land van Loon 30, 1975, blz. 335-358. (& E.
HOUTMAN), Cijnsregister van het Bruyninxhof te Brustem (1300).
|
| |
| |
| Tekstkritische uitgave en toelichting, in: Het
Oude Land van Loon 30, 1975, blz. 239-282. Identificatie
van Haeslaos en Leuetlaus, in: Limburg 54, 1975, blz.
42-43. Hokset en Hoksent, Limburg 54, 1975, blz.
126-130. De gehuchtnamen van Neerpelt, Limburg
54, 1975, blz. 165-177. De familienaam Luys, in: Limburg 54, 1975, blz. 221-222. |
1976 | Toponymie van Overpelt. Leuven-Brussel, 1976, 406
blz., 5 kaarten [Nomina Geographica Flandrica. Studiën en Monographieën
uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde te Leuven, Monografie X -
Eveneens verschenen: Gent, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal-
en Letterkunde, VIde reeks, Bekroonde werken, nr. 105]. (&
E. PAULISSEN), Toponymie van As. Leuven-Brussel, 1976,
176 blz., 1 kaart [Nomina Geographica Flandrica. Studiën en
Monographieën uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde te Leuven,
Monografie XI - Ook door het Gemeentebestuur van As uitgegeven onder de
titel: As in het verleden. Een historisch, geografisch,
socio-economisch en naamkundig onderzoek].
Toponymie van Sint-Huibrechts-Lille. Historisch-naamkundige
studie. Leuven-Brussel, 1976, 190 blz., 4 kaarten [Nomina
Geographica Flandrica. Studiën en Monographieën uitgegeven door het
Instituut voor Naamkunde te Leuven, Monografie XII - Ook uitgegeven door
het Gemeentebestuur en de Heemkundige Kring van Sint-Huibrechts-Lille
onder de titel: Historisch-naamkundige studie van
Sint-Huibrechts-Lille]. Van persoons- tot erfnaam, in: Vlaamse Stam 12, 1976, blz. 345-354.
Sint-Huibrecht in Lille. Een naamkundig, historisch en volkskundig
onderzoek, in: Naamkunde 8, 1976, blz. 105-125.
De nederzettingsnamen van Hamont, in: Bijdrage tot de
geschiedenis van Hamont. Assen, 1976, blz. 45-70. De
oudste Opglabbeekse wegnamen, in: Limburg 55, 1976,
blz. 91-96.
|
| |
| |
| Mensen, namen en nummers, in: Limburg 55,
1976, blz. 145-162 [Eveneens opgenomen in: Mededelingen van
de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde, nr. 1]. |
1977 | Profiel van de Kempische toponymie, in: Naamkunde 9,
1977, blz. 1-50 [Eveneens opgenomen in: Mededelingen van de
Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde, nr. 6]. |
1978 | (& A. KLEUTGHEN), De Overpelter stam Berben.
Overpelt, 1978, XVIII-128 blz. |
1979 | Limburgse plaatsnamen. Dl. 6: De plaatsnamen van
Wijchmaal. Leuven-Brussel, 1979, 60 blz., 1 kaart [Toponymica.
Bijdragen en bouwstoffen uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde te
Leuven, XXII - Ook verschenen onder de titel: Toponymie van
Wijchmaal (Limburg), in: Naamkunde 10, 1978,
blz. 271-331; eveneens opgenomen in: Mededelingen van de
Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde, nr. 19].
(& H.E.M. MELOTTE), Noordbrabantse
plaatsnamen. Eindhoven, 1979, 280 blz., 5 kaarten [Monografieën
uitgegeven door de Stichting Brabants Heem, nr. 1: Valkenswaard].
Verruimde mogelijkheden voor het plaatselijk en regionaal naamkundig
onderzoek, in: Naamkunde 11, 1979, blz. 80-87. |
1981 | Limburgse plaatsnamen. Dl. 7: Reppel. Leuven, 1981,
45 blz., 1 kaart [Toponymica. Bijdragen en bouwstoffen uitgegeven door
het Instituut voor Naamkunde te Leuven, XXII]. De Kempische
toponymie, eenheid in verscheidenheid, in: Taxandria
51-53, 1979-1981, blz. 175-182 [Eveneens opgenomen in: Mededelingen van de Vereniging voor Limburgse Dialect- en
Naamkunde, nr. 25].
|
| |
| |
| Naamkunde, in: Twintig facetten van de
taalwetenschap. Leuven, 1981, blz. 234-244. Remedies voor
mensen en dieren, in: Limburg 60, 1981, blz. 64-81. |
1982 | (m.m.v.J. MERTENS), Toponymie van Zonhoven. Leuven,
1982, XII-668, 6 kaarten. [Nomina Geographica Flandrica. Studiën en
Monographieën uitgegeven door het Instituut voor Naamkunde te Leuven,
Monografie XIII - Ook uitgegeven door het Gemeentebestuur van Zonhoven
onder de titel: Zonhoven. Historisch-naamkundige
studie]. De nederzettingsnamen in het land van Vogelzang, in:
Naamkunde 14, 1982, blz. 17-45 [Eveneens opgenomen
in: Mededelingen van de Vereniging voor Limburgse Dialect-
en Naamkunde, nr. 23, blz. 8-37]. Brieven van en naar
Kwinten Kuppens uit Zonhoven, soldaat van Napoleon, in: Limburg 61, 1982, blz. 38-45. Heidetoponiemen in de
Kempen, Limburg 61, 1982, blz. 49-57.
Nederzettingsnamen van Nieuw-Hasselt, in: M. BUSSELS, e.a., Hasselt 750 jaar stad, 1232-1982. [Brussel], 1982, blz. 9-14. |
1983 | In memoriam prof H. Draye (1911-1983), in: Handelingen
van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie
56, 1982, blz. 23-29. Naamkunde, in: Nova en
Vetera 60, 1982-1983, blz. 252-263. Wijers en heidevennen en
hun relatie tot de visteelt, meer bepaald in Zonhoven, in: Limburg 62, 1983, blz. 1-5. Het Hermansgoed in
Opglabbeek, stamhuis van drukker Leo Paesen, in: Limburg 62, 1983, blz. 259-271. Historisch naamkundig
onderzoek vertrekkend van het individuele erf: in: De comme
geopend. Geschiedkundige opstellen uit de Kempen. Eindhoven,
1983. rec. M. BUSSELS, e.a., Hasselt 750 stad,
1232-1982. [Brussel], 1982, in: Limburg 62,
1983, blz. 44-47. |
| |
| |
1984 | (& J. MERTENS, m.m.v. D. HUYGE, E. PAULISSEN, L. VAN IMPE),
Toponymie van Opglabbeek. Met geografisch, historisch
en genealogisch onderzoek. Leuven, 1984, 672 blz., 2 kaarten
[Nomina Geographica Flandrica. Studiën en Monographieën uitgegeven door
het Instituut voor Naamkunde te Leuven, Monografie XIV - Ook uitgegeven
door het Gemeentebestuur van Opglabbeek onder de titel: Opglabbeek, een rijk verleden. Een geografisch, prehistorisch,
historisch, naamkundig en genealogisch onderzoek].
(& L. CEYSSENS, J. GEUNS, M. PEETERS), Het lager
onderwijs in Wijchmaal vanaf de 17e eeuw. Wijchmaal, 1984, 160
blz. De schansen in de Belgisch-Limburgse Kempen, in: Miscellanea Frisica. Assen, 1984, blz. 397-409.
(& J. BURNY), De jeneverstruik in de Kempen en de naam
Wechelderzande, in: Taxandria 56, 1984, blz. 207-217
[Eveneens opgenomen in: Mededelingen van de Vereniging voor
Limburgse Dialect- en Naamkunde, nr. 30]. Sint-Truiden
versus Floreffe. Een geschil tussen twee abdijen over ‘hun’
tiendengebied op de grens Eksel-Overpelt, in: Historische
bijdragen ter nagedachtenis van G. Heynen. Sint-Truiden, 1984,
blz. 219-225. |
1985 | Erfnamen functioneler dan familienamen in oostelijk Belgisch-Limburg,
in: Naamkunde 17, 1985, blz. 249-360 [Eveneens
opgenomen in: Mededelingen van de Vereniging voor Limburgse
Dialect- en Naamkunde, nr. 28]. Mijn collegetijd, een
scharnierperiode, in: Liber amicorum St.-Hubertuscollege
Neerpelt. Neerpelt, 1985, blz. 80-85. De eerste pastorie
van Wijchmaal (17de-18de eeuw) op de Houterschans, in: Taxandria 57, 1985, blz. 66-73. De 80-jarige oorlog en
het plaatselijk verweer in de Limburgse Kempen, in: Huldealbum Dr. F. Van Vinckenroye. Hasselt, 1985, blz.
227-243. (& W. CEYSSENS), De familienaam Ceyssens en enkele
genealogische aantekeningen over de Limburgse molenaarsfamilie Ceyssens,
in: Vlaamse Stam 10, 1985, blz. 453-461. |
| |
| |
1986 | Naamgevingsfactoren in de Kempische toponymie, geïllustreerd aan
Opglabbeek, in: Naamkunde 18, 1986, blz. 29-54
[Eveneens verschenen in: Mededelingen van de Vereniging
voor Limburgse Dialect- en Naamkunde, nr. 36]. De
Kempische gemeente, in: Brabants Heem 38, 1986, blz.
77-94. Kometennieuws uit de 17de eeuw, in: Limburg 65, 1986, blz. 87-88. |
1987 | Conflicten tussen de ingezetenen van Meldert en de plaatselijke heren
(17de-18de eeuw) - Scheiding tussen politieke en gerechtelijke macht,
in: Limburg 66, 1987, blz. 41-61. Volkstelling
uit 's-Herenelderen (1763), in: Limburg 66, 1987, blz.
97-104. Reële en personele belastingen in Hasselt tijdens het
Ancien Régime, in: Het Oude Land van Loon 42, 1987,
blz. 111-181. |
1988 | De stad Herk en haar vijf buitenkwartieren - Een
verbroken eenheid in de 17de en 18de eeuw. Herk, 1988, 176 blz.
Gids bij het historisch toponiemenonderzoek. Brussel,
1988, VI-70 blz. [Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de
Provinciën, Miscellanea, nr. 43]. (& M. FORRIER, M.
GELDHOF, J. HEUS, e.a.), Politieke machtsverhoudingen in de
vorstendommen Brabant, Loon en Vlaanderen 10-14de eeuw).
Brussel 1988, 215 blz. [Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de
Provinciën, Educatieve Dienst, Dossiers, 2de reeks, nr. 1].
Achtergronden van het ontstaan van het 18de-eeuwse kadaster in de
Limburgse Kempen, in: Erschliessung und Auswertung
historischer Landkarten. Ontsluiting en gebruik van historische
landkaarten. Köln, 1988, blz. 223-253 [Landschaftsverband
Rheinland, Archivberatungsstelle Rheinland, Archivhefte, 18 - Tevens
verschenen als: Werken uitgegeven door Limburgs Geschied- en
Oudheidkundig Genootschap gevestigd te Maastricht, nr. 10].
|
| |
| |
| De betwiste meting van Achel in 1730 - Processen tussen de
gemeente en het klooster Sint-Catharinadal (1732-1743), de eremieten
(1737-1738) en particulieren (1737-1741), in: Limburg
67, 1988, blz. 91-128. Jaarkeuren van Wellen, in: Limburg 67, 1988, blz. 141-148. De eerste kadastrale
meting van Overpelt (1761-1763) -Achtergronden van een jarenlang
conflict met de abdij van Floreffe, in: Het Oude Land van
Loon 43, 1988, blz. 27-53. Jaarkeuren van Kuringen, in:
Het Oude Land van Loon 43, 1988, blz. 117-136. |
1991 | Reële en personele belastingen in Neerpelt, in: Limburg 70, 1991, blz. 223-254. De Luikse Revolutie, in: Het Oude Land van Loon 46, 1991, blz. 2-128. |
1992 | Loon tusssen Brabant en Luik. Teloorgang en toch behoud van eigen
identiteit, in: Mededelingen van de Vereniging voor
Limburgse Dialect- en Naamkunde, nr. 68. Hasselt, 1992, 13
blz. Meting van de heerlijkheid Gruitrode-Solt (1792-1794), in: Naamkunde 24, 1992, blz. 147-201 [Eveneens verschenen
in: Mededelingen van de Vereniging voor Limburgse Dialect-
en Naamkunde, nr. 66]. U. ARNOLD, C.G. DE DIJN, e.a., Ridders en Priesters. Acht eeuwen Duitse Orde in
Noordwest-Europa. Brugge, 1992, nr. III.7.4, blz. 230; nr.
III.7.9 en III.7.10, blz. 234. |
1993 | ‘Tumulten, oploopen en conspiratiens’ in Bocholt aan het einde van het
Ancien Régime. Meting van de private erven leidt tot onbestuurbaarheid,
in: Limburg 72, 1993, blz. 157-183, 193-218; 73, 1994,
blz. 3-32. |
1994 | (& J. GOOSSENS), Woordenboek van de Limburgse
Dialecten. Aflevering I.9: Het paard. Assen,
1994. XIX-148 blz. Memorieboek van Antoon vanden Steen. Uitgave met
commentaar en enkele aanvullingen uit andere bronnen, in: Limburg 73, 1994, blz. 141-191 |
|
-
voetnoot(*)
- Dit In
memoriam werd uitgesproken te Stokkem op zaterdag 22 oktober 1994 op
het congres van de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde.
|