beweginge te bestieren; gelijck oock eenighe die langhe pooten hebben (als Reygers, Oyvaers, &c.) daer toe mede ghebruycken hare langhe pooten de selfde achterwaerdts uyt-houdende in het vliegen.
Insgelijcks de Visschen bestieren hare beweginge in het swemmen met hare vinnen ende aldermeest met de steerten. Doch de gemelde Dierkens geen steerten hebbende, vliegen los, ongestadigh ende krom, om datse zijn als een Schip sonder roer, ende daerom hare beweginghe niet recht uyt houden ofte bestieren konnen.
Maer sal ymandt teghen-werpen, indien dit de ware reden is van de kromme ende irreguliere beweginge deser Dierkens, soo moet volghen dat dit oock in de Menschen plaets