Metamorphosis naturalis
(1660)–J. Goedaert– Auteursrechtvrij
[pagina 118]
| |
druppelkens water gekomen, gelijck of het uyt-gedreven sweet was: ende inden tijdt van twaelf uyren, soo was yder droppelken sweedt een kleine rupse geworden, die ick sach leven, maer also ick niet en wiste waer mede dat ickse moest onderhouden, so zijnse alle met de moeder in eenen dagh tijdts gestorven. Ick heb hem den pellikaen-rupse genaempt. |
|