7
Een ontwenningskuur voor poëzie langs pavloviaanse weg willen verwezenlijken is een illuzie. Het lijkt eenvoudig: je laat de pasiënt een gedicht lezen en bij elk mooi beeld, bij elke verrassende formulering, bij elke ritmies interessante passage, verkoop je hem een opdonder op de schedel met de verzamelde werken van zijn lievelingsdichter. Maar nee hoor: presies zoals de heroïnomaan neemt hij alle ongemakken en ellende op de koop toe - als hij maar aan zijn porsie bedwelming raakt. En, ook als bij de junkie, de ontwenningskuur schijnt hem te kondisioneren niet tegen het gif waarvan hij misbruik maakt maar tegen de ontwenning zelf! Na zijn zogenaamde genezing hervalt hij dus niet alleen halsoverkop in zijn oude kwaal, maar stelt nu ook alles in het werk om aan de kuur te ontsnappen - hij is een veel verstokter, doortrapter verslaafde geworden dan ooit tevoren.
Andere metoden zijn niet beter. Geleidelijke ontwenning is een padvindersideaal. Bruuske onthouding met al zijn ellendige simptomen - krampen, drasties verlies van lichaamsvochten en de rest - vindt alleen nog aanhangers bij kriptosadistiese genezers van de oude stempel: de pasiënt moet dit maar als zijn verdiende loon beschouwen, de rekening die hem wordt aangeboden voor zijn uitspattingen.
Maar het afdoende middel bestaat! Eén produkt brengt autentieke genezing: apopoëzie (= gewone poëzie gekookt met chloorwaterstofzuur). De verslaafde die een kuur hiervan ondergaat wordt onverschillig voor poëzie (wat beter is dan afkerig van, afkeer blijft de ver-